Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 25 min
Éléments de cette leçon
Present perfect - just yet already
Welcome class!
Receive Student's book
Receive irregular verbs list
Lesson on the Present perfect
Slide 1 - Diapositive
Present perfect - just yet already
leerdoelen:
- Na deze les weet ik hoe ik de present perfect moet toepassen.
- Na deze les weet ik het verschil tussen just, already en yet.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Present perfect = V.T.T
De Present Perfect heet in het Nederlands de Voltooid Tegenwoordige Tijd (V.T.T) Het wordt gemaakt door het hulpwerkwoord have of has + een voltooid deelwoord.
Bijvoorbeeld:
I havebeen to a concert.
He hasplayed a game.
We haveworked very hard.
Slide 4 - Diapositive
Wanneer gebruik je de present perfect?
De Present Perfect wordt gebruikt als je het hebt over afgelopen gebeurtenissen die nu nog van belang zijn.
bv: I’ve broken my arm, so I can’t go to the gym.
De Present Perfect gebruik je ook als je het hebt over iets dat van lange duur is of permanent is. Vaak staat er dan ook een tijdsbepaling bij zoals all my life en for years.
bv: She hasn’t been to Japan for years.
De Present Perfect wordt vaak gebruikt als er nieuws gemeld wordt.
bv: You have passed the English exam.
Slide 5 - Diapositive
De Present Perfect gebruik je ook bij de volgende tijdsbepalingen:
for, yet, never, ever, just, already, since.
Ezelsbruggetje: FYNE JAS.
Slide 6 - Diapositive
just - already - yet
Just: wanneer iets pas is gebeurd – heel recent.
Matt has just gone out.
Already: wanneer iets sneller is gebeurd dan verwacht.
I have already sent the photographs you asked for.
Slide 7 - Diapositive
just - already - yet
Yet: wanneer we iets verwachten.
- Bij ontkenningszinnen en vraagzinnen!
- Yet staat meestal aan het einde van een zin.
Have you finished your pizza yet?
No, I haven’t read that book yet.
Slide 8 - Diapositive
We gebruiken already of just om te zeggen: sneller dan verwacht.
A
already
B
just
Slide 9 - Quiz
We gebruiken yet of just om te zeggen: een korte tijd geleden.
A
yet
B
just
Slide 10 - Quiz
We gebruiken already of yet om te zeggen: tot nu (toe).
A
already
B
yet
Slide 11 - Quiz
Already/just komen meestal voor of achter het voltooid deelwoord.
A
voor
B
achter
Slide 12 - Quiz
Yet wordt meestal gebruikt in positieve of negatieve zinnen.
A
positieve zinnen
B
negatieve zinnen
Slide 13 - Quiz
A: would you like something to drink? B: No thanks, I .............................. a glass of water. (just / have).
Slide 14 - Question ouverte
A: Are your parents going to give you a new phone? B: They ............... (not decide / yet)
Slide 15 - Question ouverte
A: What do you think about the new game? B: I ................. level 3 and I only got it yesterday. (already / pass)
Slide 16 - Question ouverte
A: Where's Luis? B: he ..................( not come back / yet)
Slide 17 - Question ouverte
Ik weet nu hoe ik de present perfect moet maken
Slide 18 - Sondage
Ik weet wanneer/hoe ik just, already en yet moet gebruiken