herhaling pathologie zenuwstelsel

1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vormen van dementie zijn er?
A
Ziekte van Alzheimer, Lewy body dementie
B
Ziekte van Parkinson en vasculaire dementie.
C
Ziekte van Alzheimer , vasculaire dementie, frontotermonale dementie, Lewy body dementie en nog veel meer.
D
Ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen verschijnsel van dementie?
A
Verwaarlozing
B
Stemmingswisselingen
C
Desorientatie
D
Versterkte focus

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

vasculaire dementie is dementie wat veroorzaakt wordt door:
A
zenuwschade
B
orgaanschade
C
bloedvatschade
D
nierfalen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alzheimer komt door?
A
Eiwit ophoping
B
Hemoglobine ophoping
C
Uitzetten van hersencellen
D
Eiwittekort in de hersenschors

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vasculaire dementie kan het gevolg zijn van:
A
Een hartinfarct
B
Een beroerte
C
Een longembolie
D
Geen van de genoemde antwoorden

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen bij Lewy body-dementie vertonen vaak overlap met
A
Ziekte van Parkinson
B
Ziekte van Alzheimer
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het probleem bij Lewy body dementie?
A
Ophoping van het eiwit in hersenschors
B
Myeline schade
C
Schade aan de bloedvaten
D
Afwijkende genen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Frontotemporale dementie uit zich vooral in:
A
Taalproblemen
B
Veranderend gedrag
C
Taalproblemen en veranderend gedrag
D
Geen van beide

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande vormen van dementie heeft GEEN geleidelijk beloop?
A
frontotemporale dementie
B
Alzheimer dementie
C
Parkinson dementie
D
Vasculaire dementie

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Frontotemporale dementie: wat zie je in de beginfase?
A
depressie en veel vallen
B
hallucinaties en stijve spieren
C
ontremd gedrag en geen ziektebesef

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Parkinson

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Substantia Nigra
Substantia Nigra (zwarte kern) in de middenhersenen.
Dopamine is een neurotransmitter, neurotransmitters zijn stofjes die zich in de zenuwuiteinden bevinden en zorgen voor de communicatie tussen de verschillende zenuwen.  
Dopamine heeft een stimulerende werking, acetylcholine heeft een remmende werking
Bij de ziekte van Parkinson is de balans tussen deze twee verstoord

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

akinesie
rigiditeit
tremor
stijfheid
masker
gelaat
schudbeweging door onwillekeurige samentrekking van spieren
bewegingsarmoede

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Parkinsonisme
Verzamelnaam voor ziekten en klachten die lijken op de ziekte van Parkinson. 
Dopamine slaat dan niet aan.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Parkinson is een aandoening van
A
het bewegingsapparaat
B
de hersenen
C
de zenuwen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is Parkinson progressief
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Van welke neurotransmitter heeft iemand met Parkinson tekort?
A
Serotine
B
kinine
C
amfetamine
D
dopamine

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk deel van de hersenen wordt Dopamine aangemaakt?
A
Voorste kwab
B
Hypofyse
C
Hypotalumus
D
Substantia Nigra

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen symptoom van Parkinson?
A
Hallucinaties
B
Maskergezicht
C
Traag bewegen
D
Tremor

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wordt er bij de ziekte van Parkinson naast het medicijn levodopa vaak een perifere decarboxylaseremmer gegeven?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Epilepsie

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Epilepsie is een aandoening van het centrale zenuwstelsel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vormen van epilepsie zijn er?
A
Clonische, tonische en atonische epilepsie.
B
Partiële en complexe epilepsie.
C
Gegeneraliseerde epilepsie en status epilepticus.
D
Partiële en gegeneraliseerde epilepsie.

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het bewustzijn is gedaald bij een:
A
Eenvoudig partiële aanval
B
Complex partiële aanval

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bewering over het tonisch-clonisch insult is waar?
A
Schokken zien we bij de tonische fase, verkramping tijdens de clonische fase
B
Verkramping zien we tijdens de tonische fase, schokken tijdens de clonische fase

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Delier

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Delier
  • Acute verwardheid
    Tijdelijke (soms enkele uren/dagen) psychische stoornis op basis van lichamelijke ontregeling
  • Veroorzaakt door een disbalans in neurotransmitters

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van een delier
  • Verandering in bewustzijn
  • aandacht en concentratieproblemen
  • Onrustig gedrag/of juist apathisch
  • Desoriëntatie
  • Hallucinaties / waan ideeën 

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie vormen van delier

  • Hyperactief delier ('plukkerig zijn, soms extreem onrustig, soms wanen/ hallucinaties)
  • Hypoactief delier (apathisch, teruggetrokken gedrag)
  • Gemengde vorm (bovenstaande vormen wisselen elkaar af)


Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Risicofactoren
  • Leeftijd van 70 jaar en  ouder 
  • Cognitieve stoornissen 
  • Visus – en gehoorstoornissen 
  • Stoornissen in activiteiten van het dagelijks leven 
  • Gebruik van alcohol en opiaten 
  • Infecties 
  • Koorts 
  • Dehydratie
  • Electrolytenstoornissen  (balans houden van het lichaam)

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een delier (of delirium)?
timer
0:30
A
Een acute verwardheid die binnen enkele uren of dagen ontstaat
B
een stadium van verwardheid dat sluimerend ontstaat.
C
Een chronisch terugkerende verwardheid die veelal bij oudere zorgvragers voorkomt.

Slide 50 - Quiz

Het is een acute verwardheid die binnen enkele uren of dagen onstaat.
De ernst, de duur en de gevolgen van een delier hangen af van de onderliggende lichamelijke aandoening(en), de kwetsbaarheid van de zorgvrager en de effectiviteit van de behandeling. Je moet ervan uitgaan dat de aanwezigheid van een delier wijst op een ernstige, dikwijls acute lichamelijke ziekte, waarvoor snel medisch ingrijpen noodzakelijk is. 
Wat is geen oorzaak van een delier?
A
Dementie
B
UWI
C
Uitdroging
D
Obstipatie

Slide 51 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sombere stemming
Gedachten aan de dood
Verstoorde motoriek
Veranderd gewicht
Verminderde interesse
Waarnemingsstoornis
Desoriëntatie
Denkstoornissen
Depressie
Delier

Slide 52 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions