§4.3 Lichaamstaal

4.3 Lichaamstaal
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

4.3 Lichaamstaal

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
- Je kunt beschrijven van lichaamstaal is;
- Je kunt voorbeelden van lichaamstaal geven;
- Je kunt beschrijven wat signalen van dieren of mensen zijn.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

3 manieren om iets te leren
1. imiteren
2. oefenen
3. inzicht   

Slide 4 - Diapositive

Hoe was jullie week tot nu toe?
Geef dit aan met een emotie.

Slide 5 - Carte mentale

Praten met je lichaam
Mensen laten elkaar veel weten zonder iets te zeggen.
Aan de gezichtsuitdrukkingen van een mens kun je zes emoties herkennen:
  1.  vreugde
  2. verbazing
  3. afschuw
  4. woede
  5. verdriet
  6. Angst

Je kunt dus met je lichaam laten zien hoe je je voelt. Dat heet lichaamstaal
.

Slide 7 - Diapositive

Verbaal v.s. Non-verbaal
Verbaal: Uitdrukken door te praten





Non-verbaal: Uitdrukken door lichaamstaal (zonder te praten)

Slide 8 - Diapositive

Hoe praten dieren met hun lichaam? 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Dierentaal
Met hun lichaam geven de honden een boodschap af. 

Zo'n boodschap heet een signaal.

Slide 11 - Diapositive

Aan het werk
Paragraaf 4.3 Lichaamstaal
Maken opdracht 1 t/m 9
Let op: eerste 10 minuten in stilte! 

BEN JE KLAAR?
Voor 09:45 uur: afmaken huiswerk OF leren toets(en)
Na 09:45 uur: In stilte iets voor jezelf (Géén spelletje!)
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Een voorbeeld van een inwendige prikkel is:
A
een beer
B
poep ruiken
C
honger
D
een telefoonmuziekje

Slide 13 - Quiz

Een uitwendige prikkel kan zijn:
A
honger
B
dorst
C
paringsdrang
D
een rode vlek

Slide 14 - Quiz

Non-verbale communicatie is:
A
Spreken en luisteren
B
Alleen via je lichaamstaal communiceren
C
Spreken en je lichaamstaal gebruiken

Slide 15 - Quiz

Wat is lichaamstaal?
A
Veel vertellen door te praten
B
Weinig vertellen met veel emotie
C
Vertellen hoe je je voelt door te praten en te luisteren
D
Vertellen hoe je je voelt, zonder te praten

Slide 16 - Quiz

Baby's zijn schattig zodat:
A
Ze meer zorg krijgen van hun opvoeder
B
Ze leuker op de foto staan
C
Zodat prooidieren ze laten gaan

Slide 17 - Quiz

Challange (denken-delen-uitwisselen)
Wij leren allemaal een woord in gebarentaal, delen deze met onze buurman/buurvrouw en laten het dan klassikaal zien.
Barbara moet de woorden proberen te raden.

Slide 18 - Diapositive

0

Slide 19 - Vidéo