Basis 2.4 Wat is verzekeren?

H2 Jij en je geld
2.4 Wat is verzekeren?

Boek blz. 75 - 77 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H2 Jij en je geld
2.4 Wat is verzekeren?

Boek blz. 75 - 77 

Slide 1 - Diapositive

Terugblik vorige les

Slide 2 - Diapositive

Je wilt iets kopen voor later.
Geld laten groeien met de...die je van de bank krijgt.
Om onverwachte kosten te betalen.

Slide 3 - Question de remorquage

Waarom lenen mensen geld?

Slide 4 - Question ouverte

'lklsdnvjdfv

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Redenen om te werken

Slide 7 - Carte mentale

Carmen leent € 1.500,- om een scooter te kunnen kopen. Zij betaalt 9% rente per jaar.

Jaarlijks is zij.....kwijt aan rente.
A
13,50
B
135,-
C
150,-
D
1635,-

Slide 8 - Quiz

Doel van de les
Je weet waarom je een verzekering afsluit.
Je weet hoe een verzekering werkt en bij wie je die afsluit.
Je kunt met behulp van informatie de premie vaststellen.
Je weet wat het gevolg is als je een eigen risico hebt.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Opdracht 59
Voor je vakantie kun je een reisverzekering afsluiten.
Noem twee voorbeelden van schades die je tijdens je vakantie kunt hebben.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat is een polis?
A
De hoogte van je premie
B
De schadevergoeding
C
Het bewijs dat je verzekerd bent
D
De premie die je moet betalen

Slide 19 - Quiz

Een ander woord voor verzekeraar is...

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Lynn heeft een reisverzekering. Tijdens haar vakantiereis raakt ze haar koffers kwijt. Ze heeft een schade van € 430. Haar eigen risico is € 100.

Welk bedrag betaalt de verzekeringsmaatschappij?
A
100 euro
B
330 euro
C
430 euro
D
530 euro

Slide 27 - Quiz

Wat moet je maken?
Blz. 75 - 77 opdracht 66 t/m 69
Blz. 78 samenvatting les 2.4

--> Af op woensdag 1 december

Klaar? Herhalingsopdrachten blz. 84 - 87 maken

Slide 28 - Diapositive