Les 3 - weerstand bepalen

Leerdoel 3
Weerstand bepalen
Lesplanning
  1. Korte herhaling 
  2. Maken opgave 24 en 25 (10 min)
  3. Uitleg I,U-diagram
  4. Practicm weerstand van een lampje
  5. Afsluiting

HW: opgave 18, 22 + check leerdoel 3
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Leerdoel 3
Weerstand bepalen
Lesplanning
  1. Korte herhaling 
  2. Maken opgave 24 en 25 (10 min)
  3. Uitleg I,U-diagram
  4. Practicm weerstand van een lampje
  5. Afsluiting

HW: opgave 18, 22 + check leerdoel 3

Slide 1 - Diapositive

Pien, Pieter, Sara, Portfolio
Korte herhaling
weerstand, spanning en stroomsterkte

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit hoe het komt dat een lampje gaat branden wanneer je het aansluit op een spanningsbron.

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grootheid
voluit
Grootheid symbool
Eenheid voluit
Eenheid symbool
Spanning
volt
R
Ohm
Ampère
A
Siemens
S
G
weerstand
Ω
stroomsterkte
I
U
V
geleidbaarheid

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Weerstand, spanning en stroomsterkte

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De formules

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een mobiele telefoon heeft een weerstand van
5 Ohm. De spanning die je adapter levert is 12,0 V. Bereken de geleidbaarheid van de mobiele telefoon.
A
G = U/R = 12/5 = 2,4 S
B
G = U*R = 12 * 5 = 60 S
C
G = 5 S
D
G = 1/R = 1/5 = 0,2 S

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door een 150 Ω lamp loopt een stroom van 280 mA. Bereken de spanning waarop de lamp is aangesloten.
A
42 V
B
420 V
C
4200 V
D
1,87 V

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met de weerstand als een draad langer wordt?
Denk aan ademen door een rietje? Stroomt de lucht makkelijker door een lang of een kort rietje?
A
De weerstand wordt kleiner
B
De weerstand blijft hetzelfde
C
De weerstand wordt groter

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met de weerstand als de doorsnede toeneemt
Denk aan ademen door een rietje? Stroomt de lucht makkelijker door een dun of een dik rietje?
A
De weerstand wordt kleiner
B
De weerstand blijft hetzelfde
C
De weerstand wordt groter

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Weerstand van een
draad
  • Dikte
  • Lengte
  • Materiaal 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maken en nakijken
§3.2 opgave 24 en 25
timer
10:00
Klaar: maak de check van leerdoel 2 (zie studiewijzer) op een los blaadje.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom meerdere draadjes?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 3
Je kan de weerstand van een component (lampje, weerstand) bepalen. Hiertoe kan je een schakeling bouwen/tekenen waarmee je de spanning en stroomsterkte kan meten. Uit het I,U-diagram kan je zo nauwkeurig mogelijk de weerstand bepalen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Recht evenredig verband 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hiernaast is van drie verschillende weerstanden het U,I-diagram getekend.
Welke weerstand heeft de kleinste weerstand?
A
R1 (blauw)
B
R2 (rood)
C
R3 (groen)

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De helling (r.c.)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grafieken tekenen
  • grootheden en eenheden op de assen
  • meetpunten
  • trendlijn 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Practicum

Slide 20 - Diapositive

=
De meters aansluiten

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Proefje
  1. Bouw de opstelling, de spanningsbron staat uit.


     

     
  2. Laat je opstelling controleren. 
  3. Stel de spanning met behulp van de voltmeter in op 6,0 V.
  4. Meet de stroomsterkte door het lampje, noteer deze in je schrift. 
Doel:
Meet de stroomsterkte door het lampje bij een spanning van 6,0 V. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De stroomsterkte door het lampje is ...

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Practicum
weerstand van een lampje en een draad.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gloeilamp
  • Hoe hoger de temperatuur des te hoger de weerstand.

  • Als de weerstand R toe neemt, dan neemt de stroomsterkte I af.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gloeilamp VS draad

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
§3.2 opgave 18, 22 en 26
+
inleveren check leerdoel 3

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions