De ontkenning

Heb je een jas? Nee, ...
1 / 31
suivant
Slide 1: Question ouverte
Nederlands voor nieuwkomersSecundair onderwijs

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Heb je een jas? Nee, ...

Slide 1 - Question ouverte

Ben jij te laat? Nee, ...

Slide 2 - Question ouverte

nee

Slide 3 - Carte mentale


NIET

GEEN

Slide 4 - Diapositive

Wanneer gebruiken we niet / geen?

Slide 5 - Diapositive

GEEN

Slide 6 - Diapositive

een + zelfstandig naamwoord
Heeft Nikos een televisie?
Nee, Nikos heeft geen televisie.

Slide 7 - Diapositive

Bij talen talen
Spreekt Nikos Frans?
Nee, Nikos spreekt geen Frans.

Slide 8 - Diapositive

Bij sporten talen
Speelt Louisa tennis?
Nee, Louisa speelt geen tennis.

Slide 9 - Diapositive

Bij getallen 
Heeft Thomas 3 broers?
Nee, Thomas heeft geen 3 broers.

Slide 10 - Diapositive

Spreekt Fardin Duits?
A
Nee, Fardin spreekt niet Duits.
B
Nee, Fardin spreekt geen Duits.
C
Nee, Fardin spreekt Duits niet.
D
Nee, Fardin spreekt Duits geen.

Slide 11 - Quiz

Heeft Mihai 20 broers?
A
Nee, Mihai heeft geen 20 broers.
B
Nee, Mihai heeft 20 broers geen.
C
Nee, Mihai heeft niet 20 broers.
D
Nee, Mihai heeft 20 broers niet.

Slide 12 - Quiz

Speelt David cricket?
A
Nee, David speelt niet cricket.
B
Nee, David niet speelt cricket.
C
Nee, David speelt geen cricket.
D
Nee, Davis geen cricket speelt.

Slide 13 - Quiz

Heeft Mirwais een hond?
A
Nee, Fioralda heeft een hond niet.
B
Nee, Fioralda heeft geen hond.
C
Nee, Fioralda heeft niet een hond.
D
Nee, Fioralda geen hond heeft.

Slide 14 - Quiz

NIET

Slide 15 - Diapositive

Bij werkwoorden
Werk jij?
Nee, ik werk niet. Ik studeer.

Slide 16 - Diapositive

bij een groep met voorzetsel
Woont Rachel in Antwerpen?
Nee, Rachel woont niet in Antwerpen.

Slide 17 - Diapositive

bij een bijvoeglijk naamwoord
Is de kamer donker?
Nee, de kamer is niet donker.

Slide 18 - Diapositive

bij een bijwoord
Tennis je graag? Nee, ik tennis niet graag.
Heb je veel tijd? Nee, ik heb niet veel tijd.

Slide 19 - Diapositive

Nee, Angela danst niet.
Nee, Angela danst geen.
Danst Angela?

Slide 20 - Question de remorquage

Nee, Evelin woont niet in Roeselare.
Nee, Evelin niet in Roeselare woont.
Nee, Evelin in Roeselare woont niet.
Woont Evelin in Roeselare?

Slide 21 - Question de remorquage

Nee, Aylin is niet sportief.
Nee, Aylin is geen sportief.
Is Aylin sportief?

Slide 22 - Question de remorquage

Nee, zij tekent niet graag.
Nee, hij heeft niet veel tijd.
Nee, hij heeft geen veel tijd.
Tekent Grace graag?
Heeft Mouhamed veel tijd?

Slide 23 - Question de remorquage

Typ een goede zin met niet/geen.

Slide 24 - Question ouverte

Typ een goede zin met ontkenning.

Slide 25 - Question ouverte


Typ een goede vraag met ontkenning.

Slide 26 - Question ouverte

HERHALEN...
Wat is juist: niet of geen?

Slide 27 - Diapositive

Ik spreek geen Frans.
A
Juist
B
Fout

Slide 28 - Quiz

Ik speel niet tennis.
A
juist
B
fout

Slide 29 - Quiz

Ikram zwemt niet graag.
A
juist
B
fout

Slide 30 - Quiz

Amanda en Cassandra hebben niet een rugzak.
A
juist
B
fout

Slide 31 - Quiz