Oppervlakte

Rekenen
Berekenen van een oppervlakte
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Rekenen
Berekenen van een oppervlakte

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel cm is 1 meter?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 2 - Quiz

Hoeveel mm is 1 cm?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 3 - Quiz

Hoeveel meter is 1 kilometer?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 4 - Quiz

De man aan de linkerkant is 2.21 m
hoeveel cm lang is hij?
A
22,1 cm
B
2.210 cm
C
22.100 cm
D
221 cm

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat is de oppervlakte?
A
40 cm
B
6 cm
C
4 cm
D
14 cm

Slide 8 - Quiz

Een gum is 4 centimeter lang en 3 centimeter breed. Wat is de oppervlakte van de gum
A
12 centimeter
B
34 centimeter
C
14 centimeter
D
33 centimeter

Slide 9 - Quiz

De tafel heeft een oppervlakte van 2 vierkante meter. De tafel is 2 meter lang. Hoe breed is de tafel?
A
1 meter
B
30 meter
C
10 meter
D
3 meter

Slide 10 - Quiz


De huiskamer van meneer Buis heeft een oppervlakte van 64 vierkante meter. De kamer is 8 meter lang. Hoe breed is de kamer?
A
7 meter
B
8 meter
C
3 meter
D
2 meter

Slide 11 - Quiz

Oppervlakte schrijf je in...
A
meter (m)
B
kilo (kg)
C
vierkante meter (m2)
D
liter (l)

Slide 12 - Quiz

oppervlakte is .....
A
4 m²
B
8 m²
C
1 6 m²
D
16 vierkante meter

Slide 13 - Quiz

De akker van een boerderij
is verdeeld in 6 vierkante stukken
met zijden van 30 m.
Hoeveel meter is de omtrek
van de hele akker?
A
280 m
B
300 m
C
320 m
D
400 m

Slide 14 - Quiz

1 vierkante meter is gelijk aan:
A
1000 vierkante centimeter
B
100000 vierkante millimeter
C
10000 vierkante millimeter
D
10000 vierkante centimeter

Slide 15 - Quiz