6.1-6.2 Meters aflezen en schakelingen tekenen

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
naskMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Spanning
Stroomsterkte (elektrische stroom)
Ampère
Volt
U
V
I
A

Slide 2 - Question de remorquage

Welke grootheid hoort bij welke eenheid?
A
U en V I en A
B
V en A U en I
C
I en V U en A

Slide 3 - Quiz

Hoe veel spanning (U) staat er op een stopcontact in NL?
A
110 V
B
220 V
C
230 V
D
240 V

Slide 4 - Quiz

6 V
230 V
1,5 V
12 V

Slide 5 - Question de remorquage

In een stroom kring loopt de stroom van ..... naar .......
A
plus naar min
B
min naar plus
C
maakt niet uit

Slide 6 - Quiz

Wanneer je een gum in een stroomkring plaatst dan ........
A
gebeurt er niets.
B
kan de stroom niet meer lopen.
C
gaat de stroom harder lopen.

Slide 7 - Quiz

De binnenkant van een potlood, grafiet, is een geleider. Als je deze in de stroomkring plaatst dan.....
A
kan de stroom door blijven lopen.
B
loopt er een hele langzame stroom.
C
loopt er geen stroom meer.

Slide 8 - Quiz

  • De stroom gaat van de + kant naar de -kant in een gesloten stroomkring
  • Als de spanning groter is, wordt de stroomsterkte ook groter
  • Schakelingen tekenen we schematisch met gebruik van deze symbolen
 

in dit schakelschema is de stroomkring getekend
met de juiste symbolen (zie plaatje links) 

stroom schakelingen tekenen

Slide 9 - Diapositive

Je verbindt een lampje en een batterij met één snoer.
Gaat het lampje branden?
A
Ja, want er gaat energie van de batterij naar het lampje
B
Ja, want je maakt gebruik van een spanningsbron
C
nee, want de stroomkring is niet gesloten
D
Nee, want je hebt geen schakelaar

Slide 10 - Quiz

Welk element van een schakeling staat hier afgebeeld?
A
batterij
B
lampje
C
voltmeter
D
schakelaar

Slide 11 - Quiz

Welk element van een schakeling staat hier afgebeeld?
A
batterij
B
lampje
C
voltmeter
D
schakelaar

Slide 12 - Quiz

Welk element van een schakeling staat hier afgebeeld?
A
batterij
B
lampje
C
voltmeter
D
schakelaar

Slide 13 - Quiz

Voltmeter

Spanning kun je meten met een voltmeter 
of spanningsmeter

Slide 14 - Diapositive

Het aflezen van een voltmeter.

Bepaal eerst waarop het meetbereik is ingesteld 
Op de rechter foto is dat 15 V
Lees hierna de juiste schaal af.
Dus de schaal tot 15V.
De waarde is dan 4,5V



Slide 15 - Diapositive

Wat gee

Wat geeft de stroommeter nu aan?

Slide 16 - Diapositive

Hoeveel Ampére
geeft deze
ampéremeter aan.
A
0,027 A
B
0,27 A
C
2,7 A
D
27A

Slide 17 - Quiz

Wat is de spanning op de voltmeter?
A
4V
B
4,5V
C
8V
D
9V

Slide 18 - Quiz

Welke waarde
geeft deze
voltmeter aan?
A
24 Volt
B
12 Volt
C
2,4 Volt
D
0 Volt

Slide 19 - Quiz

Wat geeft de
voltmeter nu aan?
A
2,5 volt
B
25 volt
C
12,5 volt
D
0 volt

Slide 20 - Quiz

Wat geeft de
voltmeter
nu aan
A
0 Volt
B
60 Volt
C
30 Volt
D
50 Volt

Slide 21 - Quiz

Wat geeft de voltmeter
nu aan
A
0 Volt
B
60 Volt
C
30 Volt
D
50 Volt

Slide 22 - Quiz

Welke onderdelen bevat deze stroomkring?
A
Batterij, snoeren en een lampje
B
Batterij 3 lampjes en snoeren
C
Batterij voltmeter lampje
D
Batterij voltmeter amperemeter lampje

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Lien