T&G periode 7 les 6 ontwikkelen UHV

Trainen en gezondheid
Trainen en gezondheid
Periode 7
Les 6
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Trainen en GezondheidMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Trainen en gezondheid
Trainen en gezondheid
Periode 7
Les 6

Slide 1 - Diapositive

Huiswerktoppers

Slide 2 - Diapositive

Inhoud
  • ontwikkelen van het uithoudingsvermogen

Slide 3 - Diapositive

Feitjes
  • 98% van onze bevolking heeft een VO2-max tussen de 31 en 58 ml/kg/min
  • 0,13% van onze bevolking heeft een VO2-max tussen de 61,5 en 67 ml/kg/min
  • Topsporters hebben een VO2-max tussen de 75 en 90 ml/kg/min

Slide 4 - Diapositive

Feitjes

Slide 5 - Diapositive

Nog meer VO2-max

Slide 6 - Diapositive

Meer feitjes
  • VO2-max blijft bij gezonde mannen tussen de 8 en 30 jaar nagenoeg gelijk. Vrouwen hebben vanaf de puberteit een geleidelijke daling

  • VO2-max neemt na 30 jaar af. Tenzij je aeroob blijft trainen + gezond blijft eten. Dan zou je dit kunnen rekken naar 50-60.

  • Meisjes die niet aan sport doen bereiken op 14-16 jarige leeftijd hun maximale waarde. Jongens op 18-19 jarige leeftijd.

Slide 7 - Diapositive

Laatste feitjes
  • Jeugdigen hebben een goed vermogen om zich aan te passen aan aerobe belastingen. Zij leveren daarom goede aerobe prestaties

  • Jeugdigen hebben wel een geringer vermogen om anaerobe lactische energie vrij te maken. Een volwassene kan dit wel.

  • DAAROM: liever een kilometer rennen, of 2 kilometer rennen i.p.v. een 800 meter

Slide 8 - Diapositive

QUIZTIME
We gaan kijken wie de beste is!

Slide 9 - Diapositive

Wat betekent capaciteit?
A
De vrijgemaakt energie per tijdseenheid
B
De totale voorraad energierijke stoffen
C
Je VO2-max
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 10 - Quiz

Wat is VO2-max?
A
Het vermogen om energie uit glycogeen te halen
B
De capaciteit glycogeen in je spieren
C
De maximale zuurstofopname per minuut
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quiz

Als beginnende sporter verbeter je eerst:
A
Je capaciteit
B
Je vermogen
C
Je VO2-max
D
Je kleding

Slide 12 - Quiz

Met welke test(en) kun je de VO2-max voorspellen?
A
Astrandtest
B
Conconitest
C
Shuttlerun
D
Fibonacci test

Slide 13 - Quiz

Welk energiesysteem is actief bij een sprinter 100 meter?
A
Anaeroob a-lactisch
B
Anaeroob lactisch
C
Aeroob
D
Combinatie aeroob + anaeroob lactisch

Slide 14 - Quiz

Welk energiesysteem is het meest actief bij een 10K schaatser?
A
Anaeroob a-lactisch
B
Anaeroob lactisch
C
Aeroob
D
Combinatie aeroob + anaeroob lactisch

Slide 15 - Quiz

Wat is een adaptatie?
A
Een aanpassing van de kringspier
B
Een biologische aanpassing
C
Een biologische aanpassing door terugkerende belasting
D
Een upgrade door nieuwe software

Slide 16 - Quiz

Wat gebeurd er als je de anaerobe drempel overschrijdt?
A
Je kunt dan alleen nog maar anaerobe energie vrijmaken
B
Je kunt dan alleen nog maar aerobe energie vrijmaken
C
Je gaat verzuren
D
Door de intensiteit moet je minder vaak en oppervlakkig ademhalen

Slide 17 - Quiz

Wat zijn laboratoriumtesten?
A
Dat zijn testen die een globaal beeld geven
B
Dat zijn testen die elke trainer kan uitvoeren
C
Wetenschappelijke juiste testen
D
Dat zijn testen die in wedstrijdvormen bekeken worden

Slide 18 - Quiz

Welk somatotype heeft de vrouw in het midden?

Slide 19 - Question ouverte

Ectomorf
Mesomorf
Endomorf

Slide 20 - Question de remorquage

Een normale bloeddruk is:
A
140 : 90
B
110 : 80
C
100 : 120
D
120 : 80

Slide 21 - Quiz

Wat houdt de ZOLADZ-test in?
A
Piepjestest, tussen 20 meter versnellen
B
12 minutenloop, waarbij je zoveel mogelijk afstand moet afleggen
C
Submaximale fietstest van 6 minuten
D
Looptest waarbij elke 6 minuten geïntensiveerd wordt

Slide 22 - Quiz

Wat houdt de ASTRAND-test in?
A
Piepjestest, tussen 20 meter versnellen
B
12 minutenloop, waarbij je zoveel mogelijk afstand moet afleggen
C
Submaximale fietstest van 6 minuten
D
Looptest waarbij elke 6 minuten geïntensiveerd wordt

Slide 23 - Quiz

Welke test is zeer geschikt voor beginners?
A
Shuttlerun
B
Coopertest
C
Astrandtest
D
Zoladztest

Slide 24 - Quiz

Vanaf welke leeftijd begint je VO2-max te dalen?
A
25
B
30
C
40
D
15

Slide 25 - Quiz

Waarom is het goed om geen verzurende activiteiten te ondernemen met jeugd?
A
Omdat ze daar niet zo goed voor getraind hebben
B
Omdat ze deze capaciteit niet kunnen aanspreken
C
Omdat ze daar geen zin in hebben
D
Omdat ze veel beter lange afstanden kunnen rennen

Slide 26 - Quiz

Marathon
Gewichtheffen
200 meter atletiek
Voetballen (middenveld)
Worstelen
Discuswerpen
Wildwaterkano

Slide 27 - Question de remorquage

Hoeveel procent van de bevolking heeft een VO2-max tussen 61 en 67?
A
8%
B
0,13%
C
98%
D
0,19%

Slide 28 - Quiz

En nu?
timer
15:00

Slide 29 - Diapositive