H1 - Cours 13 - Avoir, être & Persoon beschrijven

Bienvenue au cours de français!
Madame Geluk (Bonheur)

On commence dans .....
Aan het einde van deze les ....
  • ... kan ik korte zinnen maken met de werkwoorden avoir & être.
  • ... kan ik het uiterlijk van mensen beschrijven..

timer
1:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bienvenue au cours de français!
Madame Geluk (Bonheur)

On commence dans .....
Aan het einde van deze les ....
  • ... kan ik korte zinnen maken met de werkwoorden avoir & être.
  • ... kan ik het uiterlijk van mensen beschrijven..

timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Le programme
  • Corriger: exercice 23A+B, p.83  [15 min]
  • Quizlet Live: avoir & être
  • Vocabulaire: décrire une personne
Les devoirs - het huiswerk
  • Verbes (werkwoorden): avoir & être
  • 1 plaatje beschrijven met minimaal 5 zinnen

Slide 2 - Diapositive



Geen internet/telefoon?
> Doe actief mee met buurman/buurvrouw

Slide 3 - Diapositive

Décrire une personne
Je gaat zelfstandig een filmpje kijken hoe je in het Frans mensen kunt beschrijven. Je kunt het filmpje elk moment stopzetten of opnieuw kijken. Zorg ervoor dat je tijdens het kijken/luisteren  in ieder geval de volgende woorden in het Frans opschrijft in je schrift:
  • Het haar
  • Zij is blond
  • Zij heeft blauwe ogen
  • Hij is groot
  • Zij is klein
  • Zij is mooi
  • Hij is mooi
  • Hij draagt een bril

Slide 4 - Diapositive

8

Slide 5 - Vidéo

00:33
Vertaal: het haar

Slide 6 - Question ouverte

00:33
Vertaal: zij is blond

Slide 7 - Question ouverte

01:03
Vertaal: zij heeft blauwe ogen

Slide 8 - Question ouverte

01:25
Vertaal: hij is groot

Slide 9 - Question ouverte

01:25
Vertaal: zij is klein

Slide 10 - Question ouverte

01:52
Vertaal: zij is mooi

Slide 11 - Question ouverte

01:52
Vertaal: hij is mooi

Slide 12 - Question ouverte

02:11
Vertaal: hij draagt een bril

Slide 13 - Question ouverte

Les devoirs
Faites (maak)
  • Op je laptop (Word/Google Docs)
  • Zoek op internet een plaatje van een persoon
  • Beschrijf de persoon in minimaal 5 (complete) Franse zinnen. (zie voorbeeld op dia 15) - gebruik ww. avoir & être
  • Let op: géén Google Translate, wel www.interglot.com
Étudier: verbes  'avoir' , p.100 & 'être' (p.2012)


timer
7:00
Leer woordjes bijvoorbeeldvia Quizlet

Slide 14 - Diapositive

Décrire une personne
Voorbeeld beschrijving
1. Elle est une fille
2. Elle est longue
3. Elle a/porte des lunettes de soleil
4. Elle a un chien
5. Le chien est petit
5. Elle a un sac
6. Elle a/porte une jupe

Slide 15 - Diapositive

Les objectifs d'apprentissage
Aan het einde van deze les ....

... kan ik korte zinnen maken met de werkwoorden avoir & être.
... kan ik het uiterlijk van mensen beschrijven..

Slide 16 - Diapositive