C7-§4-koppelteken en weglatingsstreepje- havo2



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Doel van de les
Ca. vijftien minuten stil lezen
Herhaling vorige les d.m.v. een filmpje
Huiswerk bespreken
Start nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis! Jas over de stoel, IPad in de tas
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Doel van de les
Ca. vijftien minuten stil lezen
Herhaling vorige les d.m.v. een filmpje
Huiswerk bespreken
Start nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis! Jas over de stoel, IPad in de tas

Slide 1 - Diapositive

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les weet je hoe je het koppelteken en weglatingsstreepje op de juiste manier gebruikt


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Je gebruikt het koppelteken
in samenkoppelingen die anders onoverzichtelijk worden:
- vergeet-mij-nietjes, heen-en-weer
in samenstellingen tussen klinkers die je ook samen kunt uitspreken, de zogenaamde ‘botsende klinkers’, zoals aa, oe, ui:
- camera-instelling, zo-even, cadeau-idee (maar: politieacademie, rijexamen)
bij letters, cijfers, andere tekens, afkortingen en sint of Sint:
- mbo-niveau, A5-formaat, Sint-Nicolaas (maar als je een afkorting zonder hoofdletters als woord uitspreekt, komt er geen koppelteken: pincode, simkaart)

Slide 5 - Diapositive

bij aardrijkskundige namen, of woorden die daarvan afgeleid zijn:
- ’s-Gravenhage, Zuid-Scharwoude, Noord-Italië, West-Afrikaan

in woorden met de voorvoegsels adjunct-, aspirant-, bijna-, ex-, interim-, kandidaat-, leerling-, niet-, non-, oud-:
- aspirant-agent, bijna-doelpunt, non-actief

als het tweede deel van de samenstelling een hoofdletter heeft:
- pro-Europees, anti-Amerika

in samenstellingen van twee gelijkwaardige woorden:
- paars-groen, bar-discotheek

Slide 6 - Diapositive

Je gebruikt het weglatingsstreepje
als je een deel van een woord weglaat: op- of aanmerkingen (opmerkingen of aanmerkingen), kerstbomen en -ballen (kerstbomen en kerstballen).

Let op: gebruik geen weglatingsstreepje als je een heel woord weglaat: hoge en lage cijfers.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 9 - Diapositive

§ 2 Tekstverbanden
Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten.
Zet het iedere keer zo in je schrift:
cursus C-paragraaf-§---bladzijde-blz.---opdracht-opdr.

Staat er: omcirkel, onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken. 


Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

§7 Persoonsvorm-TT
Maken:
Cursus 7
§ 4 blz. 254 t/m 255


Opdracht  1 t/m 7 in je schrift


opdr. 7 op fluistertoon



Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive