Les Persoonsvorm

Nederlands+
Klas 1
Nederlands+
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

Nederlands+
Klas 1
Nederlands+

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Huiswerk- en spullencontrole! (5 minuten)

  • Lezen (10 minuten)

  • Uitleg (10 minuten)

  • Aan de slag met Station! (20 minuten)

  • Nakijken opdrachten (5 minuten)

  • Aan de slag met Numo! (15-20 minuten)

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk- en
spullencontrole
Leg op tafel:

  • Je spullen (leesboek, pen, schrift, laptop) 
  • Je huiswerk (opdrachten poster 7) 


Kijk ondertussen je eigen huiswerk na!

Slide 3 - Diapositive

Lezen
(10 minuten)
In stilte!
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Persoonsvorm

Slide 5 - Diapositive

Persoonsvorm
Na deze les weet je:

  • wat de persoonsvorm is;

  • hoe je de persoonsvorm vindt.

Slide 6 - Diapositive

Persoonsvorm
De persoonsvorm (pv) in een zin is een werkwoord en geeft aan wat er gebeurt.

Voorbeeld:
'Mike voetbalt in het eerste elftal van VV Zwaluwen.'

Slide 7 - Diapositive

Persoonsvorm
'Mike voetbalt in het eerste elftal van VV Zwaluwen.'

Trucjes om de persoonsvorm te vinden:

  1. Maak de zin vragend. De persoonsvorm komt dan vooraan in de zin.
    Voorbeeld: 'Voetbalt Mike in het eerste elftal van VV Zwaluwen?'

  2. Verander de tijd in de zin. De persoonsvorm verandert.
    Voorbeeld: 'Mike voetbalde in het eerste elftal van VV Zwaluwen.'

  3. Verander het onderwerp van enkelvoud naar meervoud (of andersom).
    Voorbeeld: 'Mike en Rob voetballen in het eerste elftal van VV Zwaluwen.'

Slide 8 - Diapositive

Persoonsvorm
Let op! 
Een samengestelde zin heeft meer dan één persoonsvorm.


Voorbeelden:

  1. 'De zon schijnt en de vogels fluiten een lied.'

  2. 'Roos en Fleur speelden een spelletje en Fleur speelde
    met 
    de gele pion.'

Slide 9 - Diapositive


Joris fietst altijd samen
met Sam naar school.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
fietst
B
samen

Slide 10 - Quiz


Farah deed de
boeken in haar tas.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
boeken
B
deed

Slide 11 - Quiz


Hij heeft Karel goed
geholpen met opruimen.

Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
in deze zin?
A
geholpen
B
heeft geholpen
C
heeft
D
opruimen

Slide 12 - Quiz


De vogels zongen vrolijk, omdat
de zon eindelijk weer scheen.

Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
in deze zin?
A
zongen
B
scheen
C
zongen - scheen
D
zon

Slide 13 - Quiz


Lisa ging naar de supermarkt, kocht een broodje en fietste vervolgens naar school.

Wat is/zijn de persoonsvorm(en)
in deze zin?
A
ging
B
kocht
C
ging - fietste
D
ging - kocht - fietste

Slide 14 - Quiz

Aan de slag met Station!
(20 minuten)
timer
20:00
Let op: niet in de boekjes schrijven!

Station → Perron 2

Maken: opdracht 1, 2 en 3 (vanaf blz. 17)

Klaar? Lees dan de theorie 'Zinsdelen (blz. 19) en probeer ook opdracht 4 te maken.

Tip!
Ben je de uitleg even vergeten? Lees dan blz. 18 nog
eens door.

Hoe?
Alleen en in eigen schrift.

Slide 15 - Diapositive

Nakijken (5 minuten)
timer
5:00

Slide 16 - Diapositive

Alles goed?

Dan weet je wat de persoonsvorm is en hoe je de persoonsvorm vindt!

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag met Numo!
(15 minuten)
timer
15:00
Korte schoolcode: STJM

Wat?
Zelf kiezen. Kies wel iets waar je nog veel voor moet doen.

Hoe?
Alleen en op eigen laptop.

Als je oortjes bij je hebt, dan mag je muziek luisteren. Géén geluid van laptop zelf!

Slide 18 - Diapositive

Tot de volgende keer!
Niet vergeten

Neem volgende week ook weer je etui, schrift
leesboek en laptop mee.

Zorg dat je laptop is opgeladen!

Slide 19 - Diapositive