HV1A Woorden en hun betekenissen les 121/11, les 2 22/11

Welkom
- Ga rustig op je plaats zitten.
- Leg je schrift open met huiswerk voor deze les (opdracht 2, blz. 10 OB) op de rand van je tafel
 - Pak je leesboek, ga 10 minuten lekker lezen uit je nieuwe leesboek!
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Welkom
- Ga rustig op je plaats zitten.
- Leg je schrift open met huiswerk voor deze les (opdracht 2, blz. 10 OB) op de rand van je tafel
 - Pak je leesboek, ga 10 minuten lekker lezen uit je nieuwe leesboek!

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je weet welke strategieën  je kunt toepassen om de betekenis van een woord te raden.


Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
- Theorie 5'
- Huiswerk nakijken 5'
- Aan de slag met opdrachten 15'
- Afsluiting 5'

Slide 3 - Diapositive

Woorden en hun betekenissen les 1

Slide 4 - Diapositive

Theorie

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Opdracht 2 bladzijde 10 van je oefenboek

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Wat? Opdracht 3, 4 en 5 op bladzijde 11 van je oefenboek
Hoe? Zelfstandig (eerste vijf minuten in stilte)
Tijd? Tot het einde van de les (het is huiswerk voor 22/11)
Vragen? Steek je hand op.
Klaar? Ga verder met opdracht 6,8 en 9 bladzijde 11-13 van je oefenboek
Gebruik bladzijde 58-59 van je handboek.

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk vrijdag 22 november 4e uur
 - Voor vrijdag 22/11 moet opdracht 3, 4 en 5 op bladzijde 11 van je oefenboek af zijn.
- Schrijf dit op in je planner. 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Welkom
- Ga rustig op je plaats zitten.
 - Pak je leesboek, ga 10 minuten lekker lezen uit je nieuwe leesboek!

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen
- Je weet welke strategieën je kunt toepassen om de betekenis van een woord te raden.
- Je kunt de betekenis van nieuwe woorden raden met behulp van woordstrategieën.
- Je kunt uitleggen wanneer je een bepaalde woordstrategie gebruikt.
- Je kunt  zelf zinnen bedenken waarin je de betekenis van nieuwe woorden laat zien.


Slide 18 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
- Huiswerk nakijken 10'
- Woordstrategie-opdracht 15'
- Afsluiting 5'

Slide 19 - Diapositive

Woorden en hun betekenissen les 2

Blz. 58-59 van je handboek
Blz. 10-13 van je oefenboek

Slide 20 - Diapositive

Antwoorden opdracht 3, 4 en 5  blz. 11 OB
3 a Een woordraadstrategie is een manier om de betekenis van een onbekend woord via de context te raden.
3b Als de woordraadstrategieën niet helpen, dan kun je de betekenis aan een ander vragen of het
woord opzoeken in een (online) woordenboek.

Slide 21 - Diapositive

4 a mensen die ergens erg van houden
4b een ziekelijke drang om te stelen
4c nooit
4d verandert/schommelt
4e sierlijk
4f zo ellendig dat het niet meer langer kan duren

Slide 22 - Diapositive

5 a Het woord wordt in de zin uitgelegd: een fanaat is iemand die iets (basketbal) het mooiste vindt.
5b Het woord wordt na de komma uitgelegd: een ziekelijke drang om te stelen.
5c Er wordt een synoniem in de zin gebruikt: nooit.
5d Het woord wordt in de volgende zin uitgelegd: een prijs fluctueert wanneer het in de zomer
duurder is dan in november.
5e Er staat een tegenstelling van het woord in dezelfde zin: lomp.

Slide 23 - Diapositive

5f Je kunt de betekenis afleiden uit het voervoegsel: onhoudbaar is iets wat niet meer houdbaar is.

Slide 24 - Diapositive

Woordstrategie-opdracht
- Je bedenkt een moeilijk woord. De betekenis zeg je tegen niemand!
- Je schrijft een kort verhaaltje van maximaal vier regels waarbij je het moeilijke woord meerdere keren laat terugkomen, zonder dat je de betekenis uitlegt.
- Je verhaal aan je buurman of vrouw lezen en laat hem of haar de betekenis van het moeilijke woord raden.
- Daarna draaien jullie de rollen om.
- Daarna bespreek de betekenis van de woorden met elkaar.

Slide 25 - Diapositive

Bijvoorbeeld: het woord vernuftig 
Tim stond stil bij het vernuftige apparaat in de winkel. Het leek klein en onopvallend, maar de verkoper legde uit hoe vernuftig het werkte. Zelfs de ingewikkeldste taken deed het met gemak. "Wat een vernuftige uitvinding," mompelde Tim toen hij eindelijk besloot het te kopen.

Slide 26 - Diapositive

Huiswerk maandag 25 november 3e uur
-  Maak je verhaaltje af voor de volgende les.
- Maak opdracht 6, 8 en 9 op bladzijde 13 van je oefenboek.
- Schrijf dit op in je planner. 

Slide 27 - Diapositive

Welkom
- Ga rustig op je plaats zitten.
 - Pak je leesboek, ga 10 minuten lekker lezen uit je nieuwe leesboek!

Slide 28 - Diapositive

Leerdoelen
- Je weet welke strategieën je kunt toepassen om de betekenis van een woord te raden.
- Je kunt de betekenis van nieuwe woorden raden met behulp van woordstrategieën.
- Je kunt uitleggen wanneer je een bepaalde woordstrategie gebruikt.
- Je kunt  zelf zinnen bedenken waarin je de betekenis van nieuwe woorden laat zien.


Slide 29 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
- Woordstrategie-opdracht 15'
- Huiswerk nakijken 10'
- Afsluiting 5'

Slide 30 - Diapositive

Woorden en hun betekenissen les 2

Blz. 58-59 van je handboek
Blz. 10-13 van je oefenboek

Slide 31 - Diapositive

Woordstrategie-opdracht
- Je hebt de vorige les of thuis een moeilijk woord bedacht.
- Je hebt een kort verhaaltje van maximaal vier regels geschreven waarin je het moeilijke woord meerdere keren hebt laten terugkomen, zonder dat je de betekenis hebt uitgelegd
-  Deze les laat je je verhaal aan je buurman of vrouw lezen en laat hem of haar de betekenis van het moeilijke woord raden.
-  Na 4 minuten draaien jullie de rollen om.
- Bespreek de 2 minuten de juiste betekenis van de woorden met elkaar.

Slide 32 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Opdracht 6, 8 en 9 op bladzijde 13 van je oefenboek.

Slide 33 - Diapositive

Huiswerk donderdag 28 november 3e uur
-  Lezen: de paragraaf leesdoelen en leesmanieren op blz. 60-61 van je handboek
- Maken: 2 tot en met 6 op bladzijde 14 van je oefenboek.
- Schrijf dit op in je planner. 

Slide 34 - Diapositive