Voetbal

Voetbal
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Voetbal

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Hoe lang bestaat voetbal zoals in de huidige vorm?
A
100 jaar
B
50 jaar
C
150 jaar
D
250 jaar

Slide 3 - Quiz

De spelregels

Slide 4 - Diapositive

Spelregels van voetbal

Slide 5 - Carte mentale

Het speelveld
Het speelveld is rechthoekig, en moet afhankelijk van de competitie een lengte hebben van minimaal 90 en maximaal 120 meter. De breedte is minimaal 45 en maximaal 90 meter. De afbakening gebeurt met lijnen van maximaal 12 centimeter breed en op de hoeken worden hoekvlaggen geplaatst. In het midden van de achterste lijnen moet verplicht een doel staan.

Slide 6 - Diapositive

De bal
De bal is bolvormig en volgens de internationale voetbalbond (FIFA) moet een officiële wedstrijdbal een omtrek hebben van minstens 68 en hoogstens 70 centimeter bij een massa van 396 tot 450 gram. 

Slide 7 - Diapositive

Het Doel
Het doel is 7,32 meter breed en 2,44 meter hoog. Het is gemaakt van hout of aluminium en is aan de voorzijde open terwijl aan de achterkant een net hangt.

Slide 8 - Diapositive

Wat wordt er met 'buitenspel' bedoeld in het voetbal?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Wat weten we nu over voetbal?

Slide 11 - Diapositive

Wanneer heb je een doelpunt gemaakt?
A
Als de bal langs de keeper gaat.
B
Als de bal over de doellijn gaat.
C
Als de bal het net heeft aangeraakt.
D
Doelpunt? Het is toch een goal?

Slide 12 - Quiz

Welke bewering is waar over buitenspel?
A
Wanneer je buitenspel staat zit je op de bank.
B
De grensrechter rent het veld in wanneer je buitenspel staat.
C
Wanneer je buitenspel staat en je maakt een doelpunt, dan telt het doelpunt niet.
D
Een keeper kant nooit buitenspel staan.

Slide 13 - Quiz

Wat is er waar over het tenue?
A
Wanneer je een mooi shirt hebt, sta je al 1-0 voor.
B
Je mag nooit in een roze shirt spelen.
C
Scheenbeschermers zijn verlicht te dragen.
D
Keeper heeft altijd nummer 1 op het shirt staan.

Slide 14 - Quiz

Bedankt voor het opletten!


Kijk uit!! Een bal!!!

Slide 15 - Diapositive