Taalvaardig 3 - Grafische informatie lezen en verwerken

• LLO
• MBO
• Studiejaar 1-4

Taalvaardig 3 - Grafische informatie lezen en verwerken

In deze LessonUp leer je hoe je grafieken, tabellen en diagrammen kunt gebruiken. 

Klik op de eerste dia om te beginnen. Daarna kun je met het pijltje rechtsonder naar de volgende dia gaan. 

Bij opdrachten krijg je de uitwerking nadat je het antwoord heb ingevuld. Vul het antwoord in het grote vak in, klik op Bewaren en vervolgens op  Toon uitleg. Als je het antwoord niet weet, vul je bijvoorbeeld een x in en daarna kun je op de uitleg klikken.

Tijdens je studie en werk kom je regelmatig grafische informatie tegen waar je iets mee moet doen. Denk maar aan tabellen, grafieken of afbeeldingen met informatie erin (zogenaamde infographics). Het is belangrijk dat je weet hoe je deze informatie moet lezen en interpreteren.

Wat moet je kunnen?

Je moet tabellen kunnen lezen en de juiste informatie uit die tabellen kunnen halen en verwerken. Je moet een grafiek kunnen lezen en de benodigde informatie daaruit verzamelen, maar ook het begrijpen van de informatie in een infographic is belangrijk.

Wat kun je al?

Bekijk de onderstaande vaardigheden eens. Maak een lijst van de vaardigheden die je al hebt op het gebied van analyseren en een lijst van de vaardigheden waar je nog aan wilt werken:

1. Een tabel aflezen.

2. De benodigde informatie uit een tabel halen en verwerken in een opgave of verslag.

3. Een grafiek aflezen.

4. De benodigde informatie uit een grafiek halen en verwerken in een opgave of verslag.

5. De benodigde informatie uit een infographic begrijpen en interpreteren.

Opbouw tabel

Een tabel is opgebouwd uit rijen en kolommen. De rijen lopen horizontaal en de kolommen lopen verticaal. De rijen en kolommen snijden elkaar, waardoor de velden ontstaan. Dit zie je in de afbeelding. Een tabel heeft meestal een titel, waaruit je kunt afleiden waar het over gaat.

Grafieken/diagrammen

Er zijn verschillende soorten grafieken, ook wel diagrammen genoemd. Op de afbeelding zie je enkele veelvoorkomende grafieken. Soms staan er aantallen bij, soms percentages. Bij de meeste grafieken heb je een horizontale as waar je bepaalde gegevens op kunt aflezen en een verticale as waartegen de informatie wordt afgezet. Bij een cirkeldiagram staat er meestal bij vermeld wat de kleuren in het diagram aangeven.

Infographics

Ook infographics maken deel uit van grafische informatie. Een infographic, het woord zegt het al, is een combinatie van informatie en een graphic (afbeelding). Infographics worden steeds meer gebruikt als hoofdbron van informatie. De reden hiervoor is, dat mensen afbeeldingen vaak beter onthouden dan geschreven informatie. Bovendien kun je snel, veel informatie aanbieden in een infographic. Ook zijn ze vaak makkelijker te begrijpen dan geschreven informatie.

Grafische informatie verwerken

Je kunt grafische informatie op verschillende manieren verwerken. Je kunt informatie die je hebt, zelf in een verslag grafisch weergeven. Je kunt ook een verslag maken op basis van grafische informatie. Het maken van tabellen en grafieken kun je heel gemakkelijk doen in Excel en daarna kun je die tabel of grafiek in Word plakken. Ook kun je in Word zelf een tabel invoegen en de informatie daarin zelf bewerken. Belangrijk is dat je duidelijk in de tabel zet wat er in welke rij en kolom staat, de zogenaamde astitels. Verder moet iedere tabel genummerd zijn en een titel hebben. Hetzelfde geldt voor grafieken en diagrammen. Zorg ervoor dat de informatie duidelijk en overzichtelijk gepresenteerd wordt en dat voor de lezer direct duidelijk is, wat de cijfers weergeven. Een grafiek gebruik je vooral om ontwikkelingen te laten zien, tabellen zijn meer geschikt voor exacte waardes.

Als je informatie vanuit tabellen of grafieken moet verwerken in een tekst, is het natuurlijk eerst belangrijk dat je die informatie zelf op de juiste manier uit een grafische weergave kunt halen. Daarvoor zijn de onderstaande opdrachten bedoeld.

Opdracht 1

In tabel 2: resultaat onderzoek zie je hoe de leerlingen uit klas 1 naar school komen. De leerlingen hebben een vragenlijst ingevuld en de resultaten staan in de tabel. Uit de verzamelde informatie kun je allerlei uitspraken doen. Beantwoord de vragen hierna aan de hand van de grafiek op de afbeelding.

Vragen

Vraag 1: Hoeveel leerlingen zitten er in klas 1B?

Vraag 2: Welk vervoermiddel gebruiken de meeste leerlingen om naar school te komen?

Vraag 3: In welke klas zitten de minste leerlingen?

Vraag 4: Welke overige vervoermiddelen gebruiken leerlingen om naar school te komen?

 

Vraag 1: Hoeveel leerlingen zitten er in klas 1B?

Vraag 2: Welk vervoermiddel gebruiken de meeste leerlingen om naar school te komen?

Vraag 3: In welke klas zitten de minste leerlingen?

Vraag 4: Welke overige vervoermiddelen gebruiken leerlingen om naar school te komen?

Vraag 1: Welke gegevens staan op de horizontale as?

Vraag 2: Welke gegevens staan op de verticale as?

Vraag 3: Wat wordt bedoeld met ‘background checks’ in de titel van de grafiek?

Vraag 4: Met hoeveel is de wapenaankoop in de VS gestegen van 2000 tot 2020?

Vraag 1: Kun je de windrichting op Schiphol van het huidige jaar terugvinden in deze grafiek?

Vraag 2: Welke windrichting kwam in de genoemde periode het vaakst voor op Schiphol?

Vraag 3: Hoe vaak kwam de wind vanuit het oosten in de genoemde periode?

Vraag 1: Waarom staan er 2 verschillende tabellen op het bord?

Vraag 2: Je wilt op dinsdag om 9.15 uur in Hilversum aankomen en de reistijd is een kwartier. Hoe laat moet je dan de bus bij deze halte nemen?

Vraag 3: Hoeveel keer per uur rijdt er een bus vanaf deze halte?

Vraag 4: Kun je op zondag met bus 121 reizen?

www.rekenen-oefenen.nl

00:57

Test

1. A
2. B
3. C
4. D

Wat vond je van deze LessonUp?

😒🙁😐🙂😃