Zakelijke e-mail: les 4 Kennisquiz + oefenen

Zakelijke e-mail schrijven

Kennisquiz + oefenen

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Zakelijke e-mail schrijven

Kennisquiz + oefenen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Huiswerk bespreken
  • Terugblikken op de vorige les
  • Lesdoel bespreken
  • Kennisquiz
  • Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk bespreken

Oefenopdracht 3 zakelijke e-mail

Slide 3 - Diapositive

Doel van de les

Ik ken de regels (conventies) die horen 
bij het schrijven van een zakelijke e-mail en kan 
deze regels ook toepassen.

Slide 4 - Diapositive

Conventies zakelijke e-mail
Aan:                                                   LET OP: Aan, CC, onderwerp
CC:                                                               moeten onder elkaar    Onderwerp:                                                    (zonder witregel)!
Aanhef
Inleiding                                                        Tussen de andere 
Kern                                                             conventies moet overal 
Afsluiting                                                       1 witregel tussen!!
Slotformule
Je naam

Slide 5 - Diapositive

Waar denk je aan bij een
zakelijke e-mail?

Slide 6 - Carte mentale

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de e-mail stuurt.
B
Degene die de e-mail schrijft.

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent
A
Geachte heer mevrouw,
B
Geachte heren en mevrouwen
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 8 - Quiz

De eerste zin van de brief
begint met een hoofdletter, ja of nee?
A
Ja! Mijn naam is Linda Janssen en ik schrijf u deze e-mail, omdat...
B
Nee! mijn naam is Linda Janssen en ik schrijf u deze e-mail, omdat...

Slide 9 - Quiz

In de tekst van een zakelijke e-mail gebruik je geen alinea’s.
A
Waar: je schrijft alles achter elkaar zonder witregels.
B
Niet waar: je gebruikt 3 alinea’s: inleiding , kern en een afsluiting.
C
Niet waar: je gebruikt 2 alinea's: inleiding en kern

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze
voor de slotformule
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 11 - Quiz

In een zakelijke e-mail
gebruik je formele taal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste slotgroet:
A
Met vriendelijke groet Naam Achternaam
B
Met vriendelijke groet, Naam
C
Met vriendelijke groet, Naam Achternaam
D
Met vriendelijke groet, Naam Achternaam

Slide 13 - Quiz

Wat is goed / niet goed?
Geachte mevrouw Westerhof,

Ik stuur u deze mail omdat ik de griep heb. 

Ik vind het erg vervelend dat ik vandaag niet bij u les aanwezig kan zijn. 
Kunt u mij vertellen wat voor gevolgen dit voor mij heeft?

Ik hoop op uw begrip en ik hoop van u te horen. 

Met vriendelijke groet,
De leerling

Slide 14 - Diapositive

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan                                             > Waar moeten de witregels???
  • CC:
  • Onderwerp
  • Aanhef
  • Inleiding
  • Kern
  • Afsluiting
  • Slotgroet
  • Jouw naam

Slide 15 - Diapositive

Samenvatting
  • Typ een net onderwerp
  • Typ een correcte aanhef en denk aan de komma achter de aanhef
  • In de eerste alinea beschrijf je waarom je de email hebt gestuurd (inleiding) > Mijn naam is ... en ik schrijf u deze e-mail, omdat .....
  • In de kern geef je meer informatie en stel je je vragen 
  • In het slot vertel je kort wat je graag zou willen
  • Formuleer een nette slotgroet en denk aan de komma 
  • Onder de slotgroet typ je jou naam en achternaam

Slide 16 - Diapositive

Nog een keer oefenen
- Je schrijft je mentor een e-mail (op papier oefenen!)
- In de e-mail vertel je dat je verkouden bent en door de corona- maatregelen niet op school kunt komen. 
- Je zegt dat je bij de online les aanwezig bent. Je zegt dat je niet weet hoe je de biologie toets van vandaag moet maken. Je vraagt hoe dat nu moet.
- In de afsluiting vraag je of je mentor zo mogelijk kan reageren.

-Denk aan de goede conventies!! VEEL SUCCES!!

Slide 17 - Diapositive