1.3 klimaatvraagstukken

Themohaliene zeestroom
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Themohaliene zeestroom

Slide 1 - Diapositive

Vandaag/ deze week


Doorgaan met stof 1.3:
ik kan vertellen wat de invloed van de zeestromen op het klimaat zijn. ($1.3)
6. Ik kan uitleggen wat el niño en la Niña zijn. ($1.3)



Slide 2 - Diapositive

oceanische circulatie
De verplaatsing van water in de oceanen (o.a. zeestromen)

De overheersende winden zijn de belangrijkste reden voor het ontstaan van de oceanische circulatie of anders gezegd: de zeestromen. Deze zeestromen zijn ook verantwoordelijk voor een herverdeling van zonne-energie over de aarde

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

 Binnen elke oceaan bevindt zich een hoofdcirculatie die bestaat uit meerdere stromen  Op het noordelijk halfrond draait zo’n circulatiepatroon met de wijzers van de klok mee, op het zuidelijk halfrond tegen de wijzers van de klok in. Ondiepten in de oceanen en de vorm van de continenten verstoren soms het patroon

Slide 5 - Diapositive

Warm & Koud
warme zeestroom=
Relatief warme waterstroming in oceanen en zeeën.
koude zeestroom =
Relatief koude waterstroming in oceanen en zeeën.
De warme zeestromen brengen warm water naar de polen en de koude zeestromen zorgen ervoor dat koud water naar lagere breedtes stroomt.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Thermohaline circulatie
De Golfstroom voert warmer zeewater – dat iets zouter is dan gemiddeld – vanuit de Golf van Mexico naar Noord- en West-Europa.

Slide 9 - Diapositive

Voor de kust van IJsland komt het water van de Golfstroom in aanraking met koude lucht en het koudere water dat uit de buurt van de Noordpool komt. Doordat de Golfstroom warmte afgeeft, daalt de temperatuur van het water van 10 °C tot 2 °C. Door de grote hoeveelheid zout die het bevat, is de dichtheid van dit water bij 2 °C zo groot geworden dat het naar de oceaanbodem zinkt. Deze stroming langs de bodem van de oceaan wordt de Noord-Atlantische diepwaterstroming genoemd en beweegt zich in de richting van de evenaar (figuur 1.15). Ten zuiden van Afrika buigt de stroming naar het oosten en vindt vermenging plaats met een stroming die rond Antarctica circuleert. Uiteindelijk verspreidt het koude, diepe oceaanwater zich in de troggen in de Grote Oceaan. Deze reis duurt ongeveer duizend jaar.

Slide 10 - Diapositive

Het water welt uit de diepte van de troggen op en wordt warmer. De wind blaast het oppervlaktewater weg, waardoor het koude water uit de diepte daar weer kan opwellen. Het water wordt steeds warmer en stroomt via Indonesië en Afrika naar het Caribisch gebied (figuur 1.15). Daar wordt het door de grote verdamping zouter en wordt het door de westenwinden naar het noorden vervoerd. De oppervlaktestroom wordt zelfs nog verder noordwaarts aangezogen tot bij Groenland, omdat daar bij de afzinkput steeds koud, zout water naar beneden zinkt.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Motor Thermohaline circulatie
=dichtheidsverschillen van het oceaanwater,

diepwaterpomp =
Het thermohaline circulatiesysteem in de oceaan waarbij koud water afzinkt bij Groenland, via de diepte bij de tropische streken aan de oppervlakte komt en weer naar het noorden wordt gezogen

Slide 13 - Diapositive

Normaal

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

El niño = het kerstkind
Rond de jaarwisseling is er gemiddeld een keer per zeven jaar gedurende twee tot drie maanden een onderbreking in het windpatroon. De zon staat dan loodrecht boven de Steenbokskeerkring (23,5° Z.B.) en veroorzaakt een afwijking van de gemiddelde luchtdrukverdeling. Ten zuiden van de evenaar gaat boven de Grote Oceaan een westelijke wind waaien. Bij de westkust van Zuid-Amerika wordt warm oppervlaktewater aangevoerd.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

De gevolgen bij een krachtige El Niño blijven ook niet beperkt tot de westkust van Zuid-Amerika, omdat zich dan overal in de wereld korte klimaatveranderingen voordoen. Extreme droogte in Australië, Zuidoost-Azië en Zuid-Afrika leiden tot misoogsten.
Ook verhoogde orkaanactiviteit, overstromingen in het zuiden van de Verenigde Staten en warmere winters in Canada worden toegeschreven aan El Niño

Slide 19 - Diapositive

Extra 'Normale situatie'
Wat dan doorgaans volgt, is een La Niña, letterlijk ‘het kleine meisje’. Bij La Niña zijn de klimaatomstandigheden precies het tegenovergestelde van El Niño. De luchtdrukverdeling en winden van de normale situatie versterken zich.

Slide 20 - Diapositive