herhaling vd komma Djamilla Annouk

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 6

Welkom bij deze les 

Lesdoelen:

Je weet wat een komma is.

Je weet wanneer je een komma gebruikt.

komma

 De betekenis kan veranderen door het gebruik van de komma.

Zie volgende dia...

Komma

• Wanneer je twee zinnen samenvoegt, gebruik je een komma.
• Tussen twee persoonsvormen plaats je een komma.
• Voor verbindingswoorden zoals maar, nadat, omdat, terwijl,  want: Ik heb honger, maar ik mag pas eten in de pauze.
• Bij een opsomming plaats je komma's.

Wanneer gebruik je een komma?

Als iemand met zijn naam wordt aangesproken. Na de naam komt dan een komma.

Darina, kom je zo?

Uitleg: komma

5. Na een naam,  aanhef en  uitroep aan het begin van de zin, schrijf je een komma.

Voorbeeld:

• Meneer Mohammed, u bent aan de beurt.

5. Na een naam, aanhef of uitroep aan het einde van de zin, schrijf je een komma.

Voorbeeld:

• Let jij ook op, Oleg?
• We zijn te laat, helaas.

Wat is een komma?

1. ;
2. ,
3. .
4. ?

Een komma geeft aan dat:

1. er een nieuwe zin komt
2. je even moet wachten voor je verder leest
3. er een nieuwe alinea komt

Waar moet de komma?

1. Ik hou van chocolade, dropjes, spekjes en koekjes.
2. Ik hou van chocolade dropjes spekjes en koekjes.
3. Ik hou van chocolade , dropjes, spekjes, en koekjes.
4. Ik hou van chocolade , dropjes spekjes en koekjes.

Waar moet de komma?

1. Ik rijd hard want ik heb haast.
2. Ik rijd hard, want ik heb haast.
3. Ik rijd hard want, ik heb haast.

Waar moet de komma?

1. Artem, hoe oud ben jij?
2. Artem hoe oud, ben jij?
3. Artem hoe, oud ben jij?
4. Hier hoeft geen komma

waar moet de komma?

1. Toen ze thuis kwam, zag ze dat de lamp al brandde.
2. Toen ze thuis kwam zag ze dat de lamp al brandde.

Wat hebben jullie geleerd? 

Deze les hebben jullie geleerd;

- hoe een komma  eruitziet

- hoe je een komma gebruikt

- wanneer je een komma gebruikt