Schreiben extra voorbereiding op examen

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Schrijfvaardigheid  Duits

Persönliche Email

je zult met iemand in Duitsland moeten communiceren 

gisteren 1e uur extra met 8 leerlingen extra getraind 

Vandaag extra info over je examen

Wat moet je kennen en kunnen bij je schrijfexamen?

antwoorden van het huiswerk (zelf controleren)

antwoorden extra opdracht Wortschatz

 

Alles in je mailbox

Alle opdrachten/informatie/antwoorden die je ter voorbereiding op dit examen hebt gekregen staat vandaag nog eens in je mail. 

Zelfs als je de opdrachten slechts deels hebt gemaakt, ben je toch in staat om je nog goed voor te bereiden op het examen als.............................

rondje huiswerk

Persöhnliche E-Mail blz. 188 opdr 23 tm 28 Hfdst Schreiben – Meinung äußern – blz. 196 opdr. 31 tm 34

Alle opdrachten uit boekje Wortschatz afhebben 

Huiswerk:

Persöhnliche E-Mail blz. 188 opdr 23 tm 28

1. ik heb alles gemaakt
2. ik heb een deel gemaakt
3. ik heb het niet gemaakt

Hfdst Schreiben – Meinung äußern – blz. 196 opdr. 31 tm 34

1. ik heb alles gemaakt
2. ik heb het deels gemaakt
3. ik heb het niet gemaakt

hier alleen antwoorden als je een deel van de opdrachten of geen van de opdrachten niet gemaakt hebt.

Wat is de reden dat je de opdrachten niet gemaakt hebt ?

Het boekje Wortschatz was bedoeld als extra oefening voor de thema's Freizeit, Hobby en Sport

1. ik heb alle opdrachten gemaakt
2. er zat weliswaar een lastige opdracht in maar ik heb wel bijna alle opdrachten gemaakt
3. ik heb geen opdrachten gemaakt

Als je de opdrachten niet of deels gemaakt hebt, wat is hiervoor de reden?

nu terug naar de voorbereiding op je examen

vorige les: kort iets over jezelf opschrijven. 

extra training gisteren:  Wat voor vragen kan je verwachten bij je examen en welke vragen zou je kunnen stellen aan de Duitser die je een email stuurt 

we lopen dit snel even door

                situatie? 

jij zult een leeftijdgenoot uit Duitsland beter leren kennen via een mail-wisseling.

Je wilt wat over jezelf vertellen en je wilt ook wat van de ander weten. 

waarschijnlijk een jong iemand 

gespreksonderwerpen

Freizeit, Hobby, Sport, Urlaub und Schule 

je geeft en vraagt info over bovenstaande onderwerpen en je weet dat je een afspraak moet kunnen maken en je mening kunt geven

welke vragen kan je verwachten bij het thema's  Freizeit? Hobby/Sport/ Urlaub en Schule?  

schrijf nu per onderwerp in het Duits 2 vragen op die je kunt stellen aan de Duitser die je beter wilt leren kennen.

Handig hierbij zijn de W-vragen:  wat, wie, waar, wanneer, hoe?  (was-wer-wo-wann-wie)

Freizeit

Hobby/Sport

Urlaub 

Schule

Vragen mbt Freizeit

Was machst du in deiner Freizeit?  

Was machst du am Wochenende?

Was machst du am Freitagabend?

Wo gehst du gerne hin? Wo bist du gerne am Wochenende?

Mit wem gehst du aus? Mit wem bist du dann gerne zusammen?

Wann gehst du aus?  

Freizeit -Vertel iets over jezelf en gebruik minimaal 4 zinnen. 

Was machst du in deiner Freizeit?  

Was machst du am Wochenende?

Was machst du am Freitagabend?

Wo gehst du gerne hin? Wo bist du gerne am Wochenende?

Mit wem gehst du aus? Mit wem bist du dann gerne zusammen?

Wann gehst du aus?  

vragen m.b.t. Hobby/Sport

Hast du ein Hobby? Was ist dein Hobby? Was machst du dann? 

Machst du Sport? Welche Sport machst du? Machst du das alleine oder mit Freunden? 

Wo spielst du? Wie heißt dein Verein wo du spielst? 

Wann trainierst du?

Wie oft trainierst du?  

Bist du gut in deinem Sport? Macht es viel Spaß?

 Hobby/Sport -Vertel iets over jezelf en gebruik minimaal 4 zinnen. 

Hast du ein Hobby? Was ist dein Hobby? Was machst du dann? 

Machst du Sport? Welche Sport machst du? Machst du das alleine oder mit Freunden? 

Wo spielst du? Wie heißt dein Verein wo du spielst? 

Wann trainierst du?

Wie oft trainierst du?  

Bist du gut in deinem Sport? Macht es viel Spaß?

Vragen m.b.t. Urlaub

Wann hast du Urlaub? Wann machst du Urlaub? Wann gehst du in Urlaub?

Wohin gehst du? Wohin fliegst (fährst) du?

Mit wem fährst du in Urlaub?

Wie lange machst du Urlaub? Wie lange bist du in Urlaub?

Was willst du machen in deinem Urlaub? Was willst du sehen? Was wollen wir tun? 

 Urlaub- Vertel iets over jezelf en gebruik minimaal 4 zinnen. Wann hast du Urlaub? Wann machst du Urlaub? Wann gehst du in Urlaub?

Wohin gehst du? Wohin fliegst (fährst) du?

Mit wem fährst du in Urlaub?

Wie lange machst du Urlaub? Wie lange bist du in Urlaub?

Was willst du machen in deinem Urlaub? Was willst du sehen? Was wollen wir tun? 

Vragen m.b.t. Schule?

Welche Schule machst du? 

Wo gehst du in der Schule?

Wie gehst du in der Schule? Fährst du mit dem Fahrrad oder gehst du mit dem Bus zur Schule?

Welche Fächer hast du? Welches Fach macht dir Spaß? 

Was hältst du von Schule?  Was hältst du von Mathematik?

Bist du zufrieden mit deiner Schule? Was ist gut an deiner Schule? Welches Fach magst du besonders? In welchem Fach bist du gut? Wie sind deine Noten? Geht es gut in der Schule?    

 

Schule - Vertel iets over jezelf en gebruik minimaal 4 zinnen.  

Welche Schule machst du? 

Wo gehst du in der Schule?

Wie gehst du in der Schule? Fährst du mit dem Fahrrad oder gehst du mit dem Bus zur Schule?

Welche Fächer hast du? Welches Fach macht dir Spaß? 

Was hältst du von Schule?  Was hältst du von Mathematik?

Bist du zufrieden mit deiner Schule? Was ist gut an deiner Schule? Welches Fach magst du besonders? In welchem Fach bist du gut? Wie sind deine Noten? Geht es gut in der Schule?