Future (will/shall/going to)

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je
aan bij het woord
Future?

Slide 2 - Carte mentale

GOAL
Je weet hoe je iets kunt zeggen wat nog gaat gebeuren (toekomst). 
Je kent twee verschillende vormen om toekomende tijd 
aan te geven.

Slide 3 - Diapositive

Future in short

Slide 4 - Diapositive

Welke vormen?

  1. To be going to + hele ww 
  2. Will / Shall + hele ww

Maar wanneer welke vorm?

Slide 5 - Diapositive

1. To be going to + hele ww
Je gebruikt to be going to + hele ww als dingen vooraf al gepland zijn en als je een voorspelling doet met bewijs.

The teacher is going to grade the exams tonight.

Slide 6 - Diapositive

2. Will / Shall + hele ww
Je gebruikt will / shall + hele ww als dingen 
spontaan gebeuren en als je een voorspelling doet zonder bewijs (bijvoorbeeld een mening).

I think we will stay inside a few more weeks longer.
Shall I close the window? It's cold outside!

Slide 7 - Diapositive

will + not = WON'T

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Chris _____ her grandmother tomorrow.
A
is going to visit
B
will visit
C
visited
D
shall visit

Slide 11 - Quiz

________ (open - I) the window?
A
Will I open
B
Am I going to open
C
Shall I open
D
Do I open

Slide 12 - Quiz

It _____ rain, I checked the weather
app! So, don't take your umbrella!
A
doesn't
B
shan't
C
won't
D
isn't going to

Slide 13 - Quiz

I hope the weather _____ nice.
A
will be
B
is going to be
C
shall be
D
is

Slide 14 - Quiz

Hey Sarah, ___ we ___ 'Lady and the tramp' at the cinema tonight?
A
will - watch
B
shall - watch
C
are - going to watch
D
are - watching

Slide 15 - Quiz

HERHALING
Will
Shall
Going to
Will + hele ww
Shall + hele ww
am/are/is + going to + hele ww
Voorspelling zonder bewijs of spontane beslissingen
Bij I/we vormen. Suggesties en formele zaken
Voorspelling met bewijs of als iemand iets van plan is of afspraken die vast staan
I will clean my room right now.
We shall sign the contract next week
They are travelling to Turkey next week

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Welke vormen?

  1. To be going to + hele ww 
  2. Will / Shall + hele ww

Maar wanneer welke vorm?

Slide 18 - Diapositive

HERHALING
Will
Shall
Going to
Will + hele ww
Shall + hele ww
am/are/is + going to + hele ww
Voorspelling zonder bewijs of spontane beslissingen
Bij I/we vormen. Suggesties en formele zaken
Voorspelling met bewijs of als iemand iets van plan is of afspraken die vast staan
I will clean my room right now.
We shall sign the contract next week
Are they going to take the bus?

Slide 19 - Diapositive

Present Continuous
Helemaal zeker, alles is al geregeld, hoe laat, met wie, alles is klaar: 

I am visiting my aunt tomorrow. 
 Ze weet dat je komt, dus ze bakt wat lekkers!
She is painting her room next Thursday.
Is afgesproken, ze heeft vrijgenomen.
Are you doing anything tomorrow?
 Zijn er dingen afgesproken?

Slide 20 - Diapositive

Present Simple 
Als iets op een bepaalde tijd is gepland, waar je zelf meestal geen invloed op hebt (roosters, vergaderingen, vertrektijden etc.) :


The ballet performance starts at 8:00 pm.
When does the meeting begin?
There is no need to hurry, the train doesn’t leave for another 30 minutes.

Slide 21 - Diapositive

Belofte
Aanbieding
Will + hele werkwoord
Am/are/is + going to + hele werkwoord
Am/are/is + hele werkwoord + ing
Present simple (SHIT regel)
Besluit
Aankondiging
Voorspelling zonder bewijs
Voorspelling met bewijs
Plan in de toekomst
Plan waarvan de tijd en/of plek bekend is
Tijden volgens vast schema

Slide 22 - Question de remorquage

HERHALING
Present SImple
Present continuous
hele ww (+s shit-regel)
am/are/is + hele ww (+ing)
Dingen die volgens schema gebeuren
Dingen die gepland zijn en vrijwel zeker gaan gebeuren. Je hebt er bv al dingen voor geregeld.
Our plane lands at 8.55 a.m.
Are you going there by bike?

Slide 23 - Diapositive

THE FUTURE TO BE GOING TO

Slide 24 - Diapositive

OUR GOAL TODAY
- Na deze les weet je welke 2 werkvormen je wanneer kunt gebruiken om iets te zeggen over de toekomst

- Na deze les heb je extra geoefend met "to be going to"

Slide 25 - Diapositive

formele zaken
suggestie
vaste afspraak
voorspelling zonder bewijs
voorspelling met bewijs
Am / are / is
spontane beslissing
Bij I / We vormen
TO BE GOING TO
SHALL
WILL

Slide 26 - Question de remorquage

MIME 
the 
action

Slide 27 - Diapositive

EXERCISE
1. Choose a slip of paper and look at a future action.
2. NOW: mime the action that leads to that action.

Example: The action is: You are going to fly an airplane.
Mime: How you will get to the airport and board an airplane.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Lien

Snapte ut?
A
nogniecht
B
kweeniemisschieneffekijkeh
C
denkvanwelja
D
joazekersjoa

Slide 31 - Quiz

Snap je het al een beetje? Goed bezig!

Slide 32 - Diapositive

WORKSHEET
- Ga werken aan de worksheet op papier
- Voor extra uitdaging en als je klaar bent staan er oefeningen klaar in Magister

Slide 33 - Diapositive

THE FUTURE WILL /SHALL

Slide 34 - Diapositive

OUR GOAL TODAY
- Na deze les weet je welke 2 werkvormen je wanneer kunt gebruiken om iets te zeggen over de toekomst

- Na deze les heb je extra geoefend met "will / shall"

Slide 35 - Diapositive

formele zaken
suggestie
vaste afspraak
voorspelling zonder bewijs
voorspelling met bewijs
Am / are / is
spontane beslissing
Bij I / We vormen
TO BE GOING TO
SHALL
WILL

Slide 36 - Question de remorquage

THE FUTURE
of an
object

Slide 37 - Diapositive

EXERCISE
1. Choose an object written on the board and think about what will happen to it in the future and write it down.

Example: An egg. It will be part of an cake or it will fall on the floor and break in a million pieces.

2. NOW: choose another object and note down as many future destinations as you can in the given time. Watch the clock! We repeat this 5 times in total.

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Lien

Snapte ut?
A
nogniecht
B
kweeniemisschieneffekijkeh
C
denkvanwelja
D
joazekersjoa

Slide 41 - Quiz

Snap je het al een beetje? Goed bezig!

Slide 42 - Diapositive

WANNEER GEBRUIK JE
WILL /SHALL ?

Slide 43 - Question ouverte