Taalcompleet A2 les 1.14

Taalcompleet A2 les 1.14
* Je kan het onderwerp van een gesprek bepalen
* Kan klagen, boosheid uitdrukken, zich
verontschuldigen en reageren op verontschuldigingen.
*  Kan iemand uitnodigen en reageren op uitnodiging.
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Taalcompleet A2 les 1.14
* Je kan het onderwerp van een gesprek bepalen
* Kan klagen, boosheid uitdrukken, zich
verontschuldigen en reageren op verontschuldigingen.
*  Kan iemand uitnodigen en reageren op uitnodiging.

Slide 1 - Diapositive

105. contact met de buren
passen op                                                      boos
de verjaardag                                               stil
het gesprek, de gesprekken                  moe
vier (vieren)                                                    last hebben van
de uitnodiging                                             hard
de leeftijd                                                       zacht, zachter
overmorgen                                                  de gast, de gasten

Slide 2 - Diapositive

106. 1 Waarom praat Julia met Abdel?
A
Ze heeft een probleem.
B
Ze wil hem uitnodigen.
C
Ze wil iets leren.
D
Ze wil graag hulp.

Slide 3 - Quiz

106. 2 Waar praat Julia met Abdel over? Kies 2 goede antwoorden.
A
Over het feestje van Julia.
B
Over de zoon van Abdel.
C
Over de kinderen van Julia.
D
Over de Nederlandse les van Abdel.

Slide 4 - Quiz

107. 1 Waarom praat Abdel met Julia?
A
Hij heeft een probleem.
B
Hij wil hem uitnodigen.
C
Hij wil iets leren.
D
Hij wil graag hulp.

Slide 5 - Quiz

107. 2 Waar praat Abdel met Julia over? Kies 3 goede antwoorden.
A
Over de zoon van Julia.
B
Over de gasten van Julia.
C
Over de muziek van Julia.
D
Over kinderen les van Abdel.

Slide 6 - Quiz

108. 1 Julia is .... 31 jaar
A
bijna
B
al

Slide 7 - Quiz

108. 2 ... moet op de kinderen passen.
A
Abdel
B
De zoon van Abdel

Slide 8 - Quiz

108. 3 De zoon van Abdel gaat met ... naar Rotterdam.
A
school
B
vrienden

Slide 9 - Quiz

108. 4 Abdel en zijn vrouw gaan ... naar Julia.
A
morgen
B
een andere keer

Slide 10 - Quiz

109. 1 De ... van Abdel hebben last van het feestje.
A
gasten
B
kinderen

Slide 11 - Quiz

109. 2 De kinderen van Abdel zijn ...
A
boos
B
moe

Slide 12 - Quiz

109. 3 Julia zet de muziek ...
A
harder
B
zachter

Slide 13 - Quiz

111. 2 De muziek in het café staat hard. Ik kan mijn vriend niet ...

Slide 14 - Question ouverte

111. 4 Het is stil in de klas. De cursisten ... niet.

Slide 15 - Question ouverte

111. 5. Ik ben heel erg moe. Ik ga lekker

Slide 16 - Question ouverte

111. 6 Mieke past graag op de ... van haar broer.

Slide 17 - Question ouverte

111. 7 Vandaag is het woensdag. Overmorgen is het ...

Slide 18 - Question ouverte

111. 8. Ik kan het meisje niet ..., want ze praat heel zacht.

Slide 19 - Question ouverte

113. Wat is de goede vorm van het woord?
A
zacht
B
zachte

Slide 20 - Quiz

113. Wat is de goede vorm van het woord?
A
stil
B
stille

Slide 21 - Quiz

113. Wat is de goede vorm van het woord?
A
boze
B
boos

Slide 22 - Quiz

113. Wat is de goede vorm van het woord?
A
hard
B
harde

Slide 23 - Quiz

Werkblad 1.14a
De ene cursist leest de
woorden met de juiste klemtoon. 
De andere cursist zet een streep onder de lettergreep die
klemtoon krijgt.
Daarna leest de andere cursist zijn woorden.

Slide 24 - Diapositive

Werkblad 1.14b
Eerst leest cursist A zijn zinnen. 
Cursist B schrijft ze op. 
Daarna leest cursist B zijn zinnen en schrijft cursist A ze op. 

Slide 25 - Diapositive

116. Vrienden van Janneke gaan trouwen. Janneke krijgt een u...

Slide 26 - Question ouverte

116. Ik heb straks een ... met de docent van mijn dochter, want ik wil graag over mijn dochter praten.

Slide 27 - Question ouverte

116. Mijn opa en oma geven een groot feest. Er komen 120 g...

Slide 28 - Question ouverte

116. Ik weet de l... van mijn buurman niet. Maar hij is al heel erg oud.

Slide 29 - Question ouverte

116. Het is vandaag donderdag. O... is het zaterdag.

Slide 30 - Question ouverte

116. De winkels zijn gesloten, dus het is s... in het dorp.

Slide 31 - Question ouverte

116. Wij hebben vaak l... onze buren, want ze maken veel lawaau.

Slide 32 - Question ouverte

117. Praat samen
1. Waarom geeft Julia morgen een feestje? (vieren, haar verjaardag). 
2. Wat doet Abdel op de avond van het feest? (passen op)
3. Waarom moeten de kinderen van Abdel slapen? (moe)
4. Waarom is Abdel boos? (muziek, hard)
5. Wat doet Julia met de muziek? (zacht, zetten)

Slide 33 - Diapositive

118. Wat is een goede reactie?

Kom je overmorgen naar mijn feestje?
A
Dat is een goed idee. Wanneer kun jij?
B
Ja, leuk! Hoe laat?

Slide 34 - Quiz

118. Wat is een goede reactie?

Ik wil liever een andere keer komen.
A
Bedankt voor de uitnodiging.
B
Dat is goed. Wanneer kun je?

Slide 35 - Quiz

118. Wat is een goede reactie?

Ik ben een beetje boos. U maakt erg veel lawaai.
A
Het spijt me. Ik ga de muziek zachter zetten.
B
Dat is leuk, maar ik heb geen tijd.

Slide 36 - Quiz

118. Wat is een goede reactie?

Sorry. Ik ga de muziek meteen zachter zetten.
A
Fijn. Bedankt!
B
Het spijt me.

Slide 37 - Quiz

119. Praat samen
Zie je boek.

Slide 38 - Diapositive