Klasafspraken en kennismaking

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vind je het vak Nederlands leuk of niet leuk?
A
leuk
B
niet leuk

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind je leuk aan het vak Nederlands?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind je niet leuk aan het vak Nederlands?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke afspraken zijn belangrijk voor jou?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Het is leuk als alles op een normale manier kan verlopen, zowel voor jullie als voor mij. 

Slide 8 - Diapositive

Als je aan iemand respect geeft, dan krijg je ook respect terug. 

Slide 9 - Diapositive

- niet roepen 
- anderen niet storen 
- alleen werken 

Slide 10 - Diapositive

- vinger opsteken 
- luister niet wanneer je roept
Zou je liever 1. één oog in het midden van je hoofd hebben of 2. twee neuzen?
1
2

Slide 11 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou je liever 1. de grappigste persoon op aarde zijn of 2. de slimste persoon op aarde?
1
2

Slide 12 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou je liever 1. constant jeuk hebben of 2. altijd hoesten?
1
2

Slide 13 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou je liever 1. altijd 10 minuten te laat of 2. altijd 20 minuten te vroeg?
1
2

Slide 14 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou je liever 1. altijd moeten jagen op en slachten van eigen vlees of 2. nooit meer vlees eten?
1
2

Slide 15 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou je liever 1. voor een maand dezelfde kousen dragen of 2. voor een week hetzelfde ondergoed?
1
2

Slide 16 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou je liever 1. zure melk drinken of 2. rotte eieren eten?
1
2

Slide 17 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou je liever 1. 100 jaar in het verleden of 2. 100 jaar in de toekomst kunnen leven?
1
2

Slide 18 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions