Economie en handel - H2 Werken in een supermarkt - les 2

Economie en handel - H2 Werken in een supermarkt - les 2 

Hoofdstuk 2a - Ompakken
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomiePraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Economie en handel - H2 Werken in een supermarkt - les 2 

Hoofdstuk 2a - Ompakken

Slide 1 - Diapositive

Herhaling vorige les 
- Supermarkt inrichting. (bezoek)
- Kwaliteiten van een winkelmedewerker
- Werkzaamheden in een winkel (spiegelen)


Slide 2 - Diapositive

Vandaag
- De supermarkt - vaktaal
- Artikelen in een supermarkt 
- Afdelingen in een supermarkt 

Slide 3 - Diapositive

Soorten winkels (winkelvormen)?

Slide 4 - Carte mentale

Winkelvormen
- Supermarkt
- Bouwmarkt
- Speciaalzaak
- Warenhuis 
- Drogist 

Slide 5 - Diapositive

Supermarkt 
Drogist
Bouwmarkt
Speciaalzaak
Warenhuis

Slide 6 - Question de remorquage

Werkzaamheden in een winkel?

Slide 7 - Carte mentale

Schappenplan
Vakkenvullen
Prijzen
Kassa 
Spiegelen

Slide 8 - Question de remorquage

Na deze les weet jij:
- Wat een supermarkt is
- Welke artikelen er in een supermarkt verkocht worden
- Wat artikelgroepen zijn
- Welke afdelingen er in een supermarkt zijn

Slide 9 - Diapositive

Belangrijke woorden
Als je later in een supermarkt gaat werken, zijn er een paar woorden (begrippen) die je moet kennen

Slide 10 - Diapositive

Belangrijke woorden
- Artikelen
- Artikelgroep
- Afdeling
- Assortiment


Slide 11 - Diapositive

Wat zijn artikelen?

Slide 12 - Carte mentale

Foodartikelen
Artikelen die je kunt eten of drinken.

Non-foodartikelen zijn dus artikelen die je niet kunt eten of drinken. vb. tijdschriften, wasmiddelen, etc.

Slide 13 - Diapositive

Non-foodartikelen zijn de producten die je kunt eten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Een voorbeeld van Non-food artikel is:
A
Bamisoep
B
Ijsjes
C
Wasmiddel
D
Kauwgom

Slide 15 - Quiz

Artikelgroep
Een groep artikelen die bij elkaar horen. 

Bijvoorbeeld: Frisdrank ; brood ; groente. 

Slide 16 - Diapositive

Afdeling
Een artikelgroep ligt in een winkel op een afdeling. 

Bijvoorbeeld: De groente-afdeling & de broodafdeling 

Slide 17 - Diapositive

Afdelingen in een winkel?

Slide 18 - Carte mentale

Kruidenafdeling
Diepvriesafdeling
Vleesafdeling
kant- en klaarafdeling

Slide 19 - Question de remorquage

Uitleg
producten die van melk zijn gemaakt. Deze staan in de supermarkt bij elkaar. 
zuivelafdeling

Slide 20 - Carte mentale

Uitleg
Producten die je gebruikt voor persoonlijke verzorging, zoals shampoo, make-up, tandpasta, deo enz. 
Cosmetica

Slide 21 - Carte mentale

Assortiment
Het hele aanbod aan artikelen dat een winkel verkoopt.

Bijvoorbeeld: Kleding hoort niet in het assortiment van een supermarkt, want dat verkopen ze niet. 

Slide 22 - Diapositive

Melk hoort tot het assortiment van een supermarkt?
Uitleg
Dit is waar, want melk wordt verkocht in de supermarkt. Alles wat een winkel verkoopt noemen we het assortiment 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Appels en peren horen bij dezelfde artikelgroep?
Uitleg
Dit is waar. Ze horen allebij tot de artikelgroep Fruit. Ze liggen ook op dezelfde afdeling. 
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Sleep het juiste woord naar de puntjes
Alle artikelen die in een winkel te koop zijn vormen samen het .....
Artikelen die bij elkaar horen zoals aarbeien, appels, bananen... Noemen we.... 
Een supermarkt, speciaalzaak en warenhuis zijn voorbeelden van ....
Assortiment
Artikelgroep
Winkelvormen

Slide 25 - Question de remorquage

Slide 26 - Diapositive

Welke kleur heeft de vlees afdeling op
de plattegrond?
A
wit
B
blauw
C
groen
D
roze

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Route in de winkel
Als je in de Jumbo aan het werk bent, kunnen klanten aan jou de weg vragen. 

Het is dan belangrijk dat je met de klant meeloopt en de goede route loopt.


Slide 30 - Diapositive

Aan de slag 
Samen lezen blz. 24 en 25
Maken opdrachten:
13, 14, 15, 16

Slide 31 - Diapositive