Taalverzorging H2.2 hoofdletters en leestekens les 4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Taalverzorging 2.2

Doel:

- Je weet wanneer je hoofdletters, kleine letters en leestekens gebruikt. 

Hoofdletters

Je schrijft het eerste woord van een zin en namen met een hoofdletter. In het leerboek staan 8 uitzonderingen en aanvullingen op blz. 46 en 47. 

Hoofdletters: welke regel? 

1. 's Morgens - 83 procent

2. Mark de Jong - meneer De Jong

3. Apple, Ferrari - coopertest

4. God, de Koran - christendom, moslim

5. Koningsdag, Kerstmis - nieuwjaarsdag, kerstvakantie 

6. steentijd, middeleeuwen

7. het boek Kruistocht in spijkerbroek (titel)

8. maandag, november, herfst

Leestekens: welke regel? 

1. Leer goed voor de toets!  

2. Weet jij welke vragen je nog hebt? 

3. Yvonne, leg jij het nog eens uit? 

4. Deze lastige, uitgebreide regels zijn uitgelegd: grammatica, spelling en formuleren. 

Hoofdletter of niet?

1. Suikerfeest
2. suikerfeest

Hoofdletter of niet?

1. familie van der Steen
2. familie Van der Steen
3. familie Van Der Steen
4. familie van Der Steen

Hoofdletter of niet?

1. augustus
2. Augustus

Leesteken of niet?

1. Zoey, wil jij je melk opdrinken?
2. Zoey wil jij je melk opdrinken?

Leesteken of niet?

1. Eet geen kauwgom tijdens de les!!!!
2. Eet geen kauwgom tijdens de les!

Leesteken of niet?

1. In de tas heb ik mijn lunch Ipad en drinken.
2. In de tas heb ik: mijn lunch, Ipad, en drinken.
3. In de tas heb ik: mijn lunch, Ipad en drinken.
4. In de tas heb ik mijn lunch, Ipad en drinken.