A2: werkwoorden met vast voorzetsel

Werkwoorden met een vast voorzetsel
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2MBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Werkwoorden met een vast voorzetsel

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je na de les:
  •  Sommige werkwoorden hebben altijd een vast voorzetsel 
Tekst

Slide 2 - Diapositive

Werkwoorden met een vast voorzetsel die je al kent:

gebruik 1 van deze voorzetsels:
- voor        - naar        
- van          - in       
- met         - aan
- tegen     - over
- uit            - op

Slide 3 - Diapositive

Maak een zijn met het woord: Klagen
gebruik een voorzetsel

Slide 4 - Question ouverte

Maak een zijn met het woord: Krijgen

Slide 5 - Question ouverte

Maak een zijn met het woord: Houden

Slide 6 - Question ouverte

Maak een zin met: Bedanken
Gebruik een voorzetsel

Slide 7 - Question ouverte

Maak een zin met: Luisteren
Gebruik een voorzetsel

Slide 8 - Question ouverte

Scheidbare werkwoorden hebben 2 woorden: een werkwoord en een ander woordje.
Het andere woordje is vaak een voorzetsel,zoals:
op, na, in of uit.

Slide 9 - Diapositive

Ik heb gisteren de kamer opgeruimd.
De docent heeft de toets nagekeken.
Hebben Daan een Filip samengewerkt?

Hier staan de zinnen in de verleden tijd.
Het 1e werkwoord is een vorm van hebben.
Het 2e werkwoord is het voltooid deelwoord.
Het voltooid deelwoord van een scheidbaar werkwoord begint met het andere woordje, daarna komt het voltooid deelwoord van het werkwoord. Je schrijft de woorden aan elkaar.

Slide 10 - Diapositive

Maak de zin af:
Heb je je al voor de cursus ....
gebruik: aanmelden

Slide 11 - Question ouverte

Hoe laat ben jij vandaag .....
gebruik: opstaan (onregelm.ww.)

Slide 12 - Question ouverte

Heeft Peter je al ......
gebruik: terugbellen

Slide 13 - Question ouverte

Tijdens de enge film heeft haar vriendje haar hand ....
gebruik: vasthouden (onregelm.)

Slide 14 - Question ouverte

Is het lesdoel behaald?
  •  Jullie weten dat er bepaalde voorzetsels zijn die we gebruiken na sommige werkwoorden 
  • Jullie kunnen de voltooide tijd van scheidbare werkwoorden gebruiken

Slide 15 - Diapositive

Zijn jullie tevreden met deze les?
Hebben jullie nog verbeterpunten?

Slide 16 - Diapositive