1ka - VW - 10/3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

woensdag 10 maart

- Lesdoel,  na de les:
- weet ik hoe ik verwijswoorden op de goede manier moet gebruiken;

- weet ik hoe ik de zwakke werkwoorden in de verleden tijd moet spellen.

- Korte terugblik vorige les
- Huiswerk......?

- stukje theorie over zwakke ww (volgende hoofdstuk)
- even oefenen met nieuwe lesstof

- huiswerk volgende les

.

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?

Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?

1. dit
2. deze
3. die
4. dat

De verwijswoorden: "zij/ze, hun"
verwijzen naar....

1. 1 persoon of ding
2. meerdere personen of dingen

Welke verwijswoorden gebruik je voor 'boek'?

1. deze, die
2. deze, dat
3. dit, dat
4. die, dit

Formuleren (verwijswoorden)

''Ik heb een oude fiets, maar … rijdt nog goed.''

1. dat
2. dit
3. de
4. die

De verwijswoorden: "zij/ze en haar"
verwijzen naar....

1. een man/jongen
2. een vrouw/meisje

Schrift erbij, hand bij de knop!

https:

H5 - TV - blz. 144 - opdracht 1

- Zelfstandig maken (in je schrift)

- Tijd: 5 minuten

- Klassikaal nakijken

Huiswerk - vrijdag 12 maart

H5 - taalverzorging (TV - blz. 140): opdr. 2 t/m 5

--> huiswerk zelf controleren/corrigeren
Maken in je schrift en een duidelijke foto 
naar mij sturen via de Chat/Teams VOOR de volgende les.