3.4 rendement

De drie manieren waarop warmtetransport kan plaatsvinden zijn:
A
geleiding, straling en verbranding.
B
stroming, verbranding en isolatie.
C
verbranding, geleiding en isolatie.
D
stroming, geleiding en straling.
1 / 37
suivant
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De drie manieren waarop warmtetransport kan plaatsvinden zijn:
A
geleiding, straling en verbranding.
B
stroming, verbranding en isolatie.
C
verbranding, geleiding en isolatie.
D
stroming, geleiding en straling.

Slide 1 - Quiz

Bekijk de volgende feiten:
1. Als een hond het warm heeft, hangt zijn tong uit zijn bek.
2. De ruimte tussen dubbel vensterglas is gevuld met lucht.
3. Jonge vogels zijn gehuld in donsveertjes.

Toepassingen van lucht als warmteisolator herken je bij:

A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
1, 2 en 3

Slide 2 - Quiz

Je pakt een kartonnen pak melk en een blikje limonade uit de koelkast. Het blikje voelt het koudst aan. Dit komt doordat:
A
Blik een goede warmtegeleider is.
B
Karton een betere warmtegeleider is dan blik.
C
Karton niet zo koud kan worden als blik.
D
Blik meer warmte uitstraalt dan karton.

Slide 3 - Quiz

Hoeveel warmte is er nodig om 1 kilogram water 1 graad Celsius in temperatuur te doen stijgen ?
A
1 J
B
4,18 J
C
4180 J
D
4,18 kJ

Slide 4 - Quiz

Bereken hoeveel warmte er nodig is om 200 mL water vijf graden in temperatuur te doen stijgen.
A
4180 J
B
4,18 J
C
4,1 J
D
400 J

Slide 5 - Quiz

Rendement (3.4) 

Slide 6 - Diapositive

Lesdoelen
Energiestroomdiagrammen tekenen.
Het rendement berekenen van een c.v. ketel.

Slide 7 - Diapositive

Het energie-stroomdiagram van een gloeilamp.

Slide 8 - Diapositive

Er gaat vijf keer minder energie in, maar de lamp geeft toch evenveel licht. Het rendement is vijf keer zo groot als bij de gloeilamp.

Slide 9 - Diapositive

Rendement geeft aan hoeveel van de toegevoerde energie gebruikt wordt voor een nuttige energiesoort.

Slide 10 - Diapositive

Rendement berekenen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

In een cv ketel wordt aardgas verbrand. Aardgas is een vorm van:
A
chemische energie
B
warmte
C
elektrische energie
D
licht

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Rendement van een CV ketel
Etot = Q = r v x V
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 MJ/m3
Enut = Q =
cmΔT

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

HAVO

Slide 22 - Diapositive

Oefening  Rv = 32 MJ/m3
Maak dezelfde som nu nog eens maar met de volgende gegevens.
Combiketel;  In 10  minuten wordt 0,3 m3 aardgas van 15 tot 85°C verhit, Er wordt 28 L water verhit.
a Bereken hoeveel warmte bij de verbranding v.h. gas vrijkwam.
b Bereken de hoeveelheid opgenomen warmte door het water.
c Bereken het rendement van de combiketel.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Belang lesdoel
Vrijwel iedereen heeft (nog) een c.v. ketel.
Je krijgt soortgelijke opdrachten van het rendement bij de toets.

Slide 25 - Diapositive

Controle van begrip
1 Een zonnepaneel levert 200 W elektrische energie. Er valt zonlicht met een vermogen van 900 W op. 
a Teken het energie-stroomdiagram.
b Bereken het rendement.

Slide 26 - Diapositive

Controle van begrip 
2) Een hr+ ketel heeft een rendement van rond de 95 %
1 m3 aardgas levert bij verbranding 32 MJ.
Hoeveel MJ wordt nuttig gebruikt ?

Slide 27 - Diapositive

controle van begrip (som 39)

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Peter doet 50 g water in een warmtemeter en verwarmt het met een dompelaar van 10 W gedurende vijf minuten. Hoeveel warmte is er geproduceerd ?
A
50 J
B
3000 J
C
3000 W
D
50 W

Slide 30 - Quiz

Een waterkoker van 1000 W verwarmt 1 L water van 20 graden Celsius tot het kookpunt. Hoeveel warmte moet de waterkoker leveren ?
A
334,4 kJ
B
334 J
C
344 J
D
354.9 J

Slide 31 - Quiz

Een waterkoker van 1000 W verarmte 1 L water van 20 graden Celsius tot het kookpunt. Bereken hoe lang duurt dit duurt als er geen warmte verloren gaat.
A
334 s
B
300 s
C
350 s
D
240 s

Slide 32 - Quiz

Mohammed gebruikt een dompelaar om 150 mL water te verwarmen. In 5 minuten geeft deze 18 kJ warmte af. Hiervan wordt 14 kJ opgenomen door het water. Bereken het rendement waarmee het water is verwarmd.
A
44 %
B
55 %
C
75 %
D
78 %

Slide 33 - Quiz

Een combiketel verbrandt in 8 minuten 0,3 kubieke meter aardgas. De verbrandingswarmte is 32 MJ/m3. Er wordt 28 L water verwarmd van 15 tot 85 graden Celsius. Bereken het rendement van de ketel.
A
85 %
B
80 %
C
90 %
D
95 %

Slide 34 - Quiz

Een flessenwarmte met een vermogen van 80 W verwarmt in 8 minuten 200 g water van 7 tot 37 graden Celsius. Bereken het rendement van de flessenwarmer.
A
65 %
B
62 %
C
69 %
D
75 %

Slide 35 - Quiz

Een cv ketel heeft een redenemt van 90%. Er wordt 20 L water binnen vijf minuten van 15 naar 80 graden Celsisus verhit. De verbraningswarmte van aardgas is 32 MJ/m3. Bereken hieronder hoeveel m3 aardgas wordt verbrand.

Slide 36 - Question ouverte

De verbrandingswarmte van spiritus is 18MJ/L. Hoeveel energie komt bij de verbranding van 50 ml daarvan vrij?(let op de eenheden!)
A
360 kJ
B
900 kJ
C
360 MJ
D
900 MJ

Slide 37 - Quiz