Nederlands BBL les 6 werkwoorden en spreken

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands BBL P1 les 6

Doel van de les

Je weet hoe je kunt inloggen in Nieuwsbegrip zodat je zelf kunt oefenen;

Je hebt huiswerk 'tekst avocado' nagekeken

Je hebt geoefend met een korte presentatie en gelet op de opbouw;

Je weet de vervoeging van werkwoorden in de verleden tijd.

Op welk leesniveau wil je teksten oefenen in Nieuwsbegrip?

Standaard staan jullie op niveau C = 2F. Daar moet je dit jaar examen in doen.
Niveau D = 3F (voor niveau 4) Niveau B = 1F

1. Ik wil eerst op B oefenen, later op C
2. Ik wil op C oefenen
3. Ik kan goed lezen, wil graag niveau D proberen

huiswerk was....

Lees in Samengevat Lezen blz. 17 en 18

Luisteren blz. 37

Lees de tekst over avocado's. Markeer de kernzinnen. Markeer signaalwoorden (andere kleur)

Welke signaalwoorden heb je zoal gevonden in de tekst over avocado's?
Noem 5 verschillende.

Wat vind jij de belangrijkste dingen uit de tekst (samenvatting)? Mag kort in steekwoorden.

Waarom worden avocado’s ook wel het ‘groene goud’ genoemd

1. Omdat er soms bossen worden gekapt.
2. Omdat er veel water voor nodig is
3. Omdat mensen er veel geld aan kunnen verdienen.
4. Omdat steeds meer boeren de vrucht telen.

Importeren

Exporteren

Telen

Pleiten voor

wegbrengen naar het buitenland om te verkopen, uitvoeren

binnenhalen uit het buitenland, invoeren

planten laten groeien

proberen om iets voor elkaar te krijgen (met woorden)

Nog even aan de slag met de signaalwoorden....

Er worden steeds meer avocado’s gegeten, omdat ....

Er worden steeds meer avocado’s gegeten, maar...

Noteer wat punten die je als feedback
hebt gekregen.

In Samengevat over Spreken

Bladzijde 96 t/m 100. Thuis lezen. Maak aantekeningen van dingen die nieuw voor je zijn.

Nederlands BBL

werkwoorden in de verleden  tijd

Hoe goed gaan bij jou de werkwoordsvormen?

😒🙁😐🙂😃

Verleden tijd

Voltooide tijd

Tegen-woordige tijd

Hij beantwoordde de vraag.

De vraag is beantwoord.

Beantwoord je de vraag?

Hij schrijft

Hij schreef

Hij heeft geschreven

Ze is gestart.

Maria startte

gewandeld

wandelde

wandelt

De verleden tijd

Weet je het nog?

De verleden tijd gebruik je als iets in het verleden gebeurde. Dat kan lang geleden, maar ook een paar minuten geleden zijn.: Ik belde net met mijn zus.

zwakke werkwoorden en sterke werkwoorden 

Sterke werkwoorden veranderen van klank 

(kopen-kochten- gekocht)

Zwakke werkwoorden krijgen

stam      + te of + de  (maakten   -  belden)

De kinderen.......... (fietsen) gisteren samen naar de bakker.

1. fietst
2. fietste
3. fietsten
4. fietstte

Jij ............... mijn bericht heel snel.

1. beantwoorde
2. beantwoordde
3. beantwoorden
4. beantwoordden

stam: beantwoord

laatste letter in 't ex kofschip?

NEE.

Dus: de

beantwoordde

Hij .... (beantwoorden) de telefoon niet, hoe vaak ik hem ook belde.

1. beantwoordt
2. beantwoorde
3. beantwoordde
4. beantwoorden

wij .......... vlug de tijd.

1. noteerde
2. noteerdden
3. noteerden
4. weet niet

werkwoord: noteren stam: noteer

laatste letter in 'ex kofschip?

NEE.

Dus: + de

Noteerde

.......... jij ook al dat de les niet doorging?

1. vermoede
2. vermoedde
3. vermoedden
4. weet niet

werkwoord vermoeden  stam: vermoed

laatste letter in 'ex kofschip?

NEE

Dus: de

vermoedde

De docent ....... de hele les.

1. praat
2. praatte
3. praatten
4. praten

werkwoord: praten  Stam: praat

laatste letter in 't ex kofschip?

JA

Dus: te

praatte

Wij ........... lekker voor onze gasten.

1. koken
2. kookte
3. kookten
4. weet niet

stam: kook

laatste letter in 't ex kofschip?

JA

dus: ten

kookten

let op!

verhuizen

stam: verhuiz

Z veranderd in 's'

verhuisde

en.. let op!

verven

stam: verv

'V' veranderd in 'f'

verfde

Sterke werkwoorden: veranderen van klank

Huiswerk voor 21 okt

Opdracht: Nieuwsbegrip online - uit archief: een tekst woordenschat lezen met oefeningen en de 'andere tekst' met oefeningen.

Lezen: Samengevat over Spreken  blz 96 t/m 100. Maak aantekeningen van wat nieuw voor je is.

Lezen: Samengevat over werkwoordspelling en hoofdletters en leestekens  blz. 112 t/m 120.   Als je wil oefenen: Beter Spellen!