Unit 4 Oefentoets

Oefentoets 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets 

Slide 1 - Diapositive

somewhere

Slide 2 - Question ouverte

melt

Slide 3 - Question ouverte

uitvinding

Slide 4 - Question ouverte

kleven

Slide 5 - Question ouverte

Welk woord hoort niet in het rijtje? Leg je antwoord uit.
at the back - at the front - last - next to

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal het woord naar het Engels en schrijf met het woord een Engelse zin. Zorg dat de betekenis van het woord duidelijk wordt in je zin. Gebruik in je zin minimaal 7 woorden.
voor

Slide 7 - Question ouverte

Maak de zinnen compleet. Gebruik ’s of ’.
Are these women ... clothes?

Slide 8 - Question ouverte

Maak de zinnen compleet. Gebruik ’s of ’.
Peter ... drawings are the best.

Slide 9 - Question ouverte

Maak de zinnen compleet. Gebruik ’s of ’.
Are these the visitors ... drinks?

Slide 10 - Question ouverte

Vul de juiste woorden in. Kies uit: How – What – When – Where – Which - Who – Why.
.... can I help you?

Slide 11 - Question ouverte

Vul de juiste woorden in. Kies uit: How – What – When – Where – Which - Who – Why.
.... is your birthday?

Slide 12 - Question ouverte

Vul de juiste woorden in. Kies uit: How – What – When – Where – Which - Who – Why.
.... shirt shall I buy? Large or medium?

Slide 13 - Question ouverte

Maak bevestigende (+) en ontkennende (-) zinnen en vragen (?). Gebruik de present continuous.
? Tom / come / home

Slide 14 - Question ouverte

Maak bevestigende (+) en ontkennende (-) zinnen en vragen (?). Gebruik de present continuous.
? You/ wait / for the bus

Slide 15 - Question ouverte

Maak bevestigende (+) en ontkennende (-) zinnen en vragen (?). Gebruik de present continuous.
+ I / have / a good time

Slide 16 - Question ouverte

Vul in. Gebruik: this – that – these - those.
Look at .... newspaper here.

Slide 17 - Question ouverte

Vul in. Gebruik: this – that – these - those.
Amy, please take ... books and put them on the table.

Slide 18 - Question ouverte

Vul in. Gebruik: this – that – these - those.
... buildings over there are very old.

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal de volgende zinnen naar het Engels.
Dat meen je niet!

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal de volgende zinnen naar het Engels.
Een video is niet nodig.

Slide 21 - Question ouverte

Je wilt weten hoe de laptop werkt. Hoe vraag je dat?

Slide 22 - Question ouverte