NN1 les 7 Schrijven Wie ben ik in de tegenwoordige tijd

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, laptop en schrift).
  • Mijn telefoon zit in de telefoontas
  • Mijn oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Mijn pet of capuchon is af.

Slide 2 - Diapositive


Deze les:
  • Terugblik 
  • Huiswerk bespreken
  • Instructie: Wie ben ik in de tegenwoordige tijd
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 3 - Diapositive


Terugblik:
De vorige les hebben we het gehad over:
het schrijven van een persoonlijk verslag.
Wat weet je nog?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Zijn er nog vragen over het huiswerk?



Slide 6 - Diapositive


Lesdoel:

Ik weet:
  • Ik kan een verslag schrijven met een inleiding, een middenstuk en een slot in de tegenwoordige tijd

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Ik .... (denken) dat zij het
populairste meisje van school is.

Slide 9 - Question ouverte

De hoogste wolkenkrabber ter wereld .... (reiken) letterlijk tot in de wolken.

Slide 10 - Question ouverte

Mijn ouders
... (beleven, tt) een mooie dag op het strand.

Slide 11 - Question ouverte

Sana ..... (worden, tt) vandaag opgehaald van school.

Slide 12 - Question ouverte

Moeder
... (beslissen, tt) dat ze de kinderen een veilig thuis wil bieden.

Slide 13 - Question ouverte

Hij ....(ontbijten) altijd, voordat
hij naar school gaat.

Slide 14 - Question ouverte

De klap van de nederlaag
.... (dreunen) nog wel een paar dagen na.

Slide 15 - Question ouverte

Opdracht (inleveren voor cijfer):
  • Je hebt een verslag geschreven "Wie ben ik"
  • Dat verslag ga je herschrijven in de tegenwoordige tijd.
  • Dat betekent dat je het verslag gebruikt zoals het nu is en aan gaat passen.
  • Wat pas je aan?:
  • Je schrijft alle werkwoorden in de tegenwoordige tijd.
  • Denk ook aan hoofdletters en leestekens!

Slide 16 - Diapositive


Aan de slag:
Pas je verslag aan


timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk:

Maak opdracht:
Pas het verslag aan met alle werkwoorden in de tegenwoordige tijd

Slide 18 - Diapositive


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive