Week 51

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

¿Qué vamos a hacer hoy?
Semana 49
  • Quizlet - 15 min
  • Repaso - 10 min
  • Bron H - 15 min 
  • Oefentoets  - 30 min

Doel: Aa het eind van deze les:
  • weet je wat je moet leren voor de toets
  • kan je gerichte vragen stellen over de toets stof
  • heb je geoefend met de oefentoets

Slide 2 - Diapositive

PW1 - semana 50

PW1: METHODE + LEESVAARDIGHEID

SER Y ESTAR.Ejercicios de ser - estar - ejercicios de gramática
LUISTEREN EN LEZEN. (oefen met teksten en luisterfragmenten van hoofdstuk 1 en 2)
FRASES CLAVES E (hoofdstuk 2)
GATENTEKST.
Woordenschat PA Hoofdstuk 2 werkboek.

Slide 3 - Diapositive

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Hoy es ___________, _____________de __________________

Slide 4 - Diapositive

QUIZLET LJ 2
Oefen de voca via quizlet

H2 min: Link

Geen verbinding
Alle wifi vergeten en dan opnieuw verbinden 

Geen Laptop/baterij
Je schrijft de woordjes over in je schrift
wb pág 55 -  2.1 + 2.2



timer
10:00

Slide 5 - Diapositive

RepasoHerhaling
Unidad 1

Slide 6 - Diapositive

¿Qué tal?

Slide 7 - Question ouverte

Is alles duidelijk voor de toets van volgende week?
Ja
Ik heb nog wat twijfels
Nee, ik heb nog wat vragen.

Slide 8 - Sondage

Benoem de dagen van de week in het Spaans in volgorde vanaf Maandag

Slide 9 - Question ouverte

Weet jij de persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans? Koppel de juiste Nederlandse betekenis eraan. 
Doe daarna het zelfde met de rode kaartjes. (Weet je een woord niet? zoek het op!)
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
ik
jij
María y Pepe
zij (mv)
wij
hij
jullie
zij
mi hermano y yo
u (mv)
Isabel y tú
Juan
señor González

Slide 10 - Question de remorquage

Ser
Estar
Hay
Beschrijvingen en vaste eigenschappen
Plaatsaanduidingen
er is/er zijn - met telwoorden / onbepaalde lidwoorden, etc

Slide 11 - Question de remorquage

explicación de hay, ser y estar
conjugación de ser y estar. 

Slide 12 - Diapositive

Ser: Zijn
Ser: Zijn
yo
él, ella, usted
 nosotros
vosotros
ellos, ustedes
soy
 eres
 es
 somos
sois
son

Slide 13 - Question de remorquage

Estar: zijn (zich bevinden)
yo
él, ella, usted
 nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
estoy
 estás
 está
estamos
estáis
están

Slide 14 - Question de remorquage

Ser y estar
                                        Ser = zijn                  Estar = zijn/zich bevinden



soy
eres
es
somos
sois
son
Yo
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
estoy
estás
está
estamos
estáis
están

Slide 15 - Diapositive

Ellos (ser) ______ de Amsterdam.
A
eres
B
sois
C
se
D
son

Slide 16 - Quiz

Vul de juiste vorm van SER in.
Yo.....................(ser)estudiante.
A
eres
B
soy
C
somos
D
son

Slide 17 - Quiz

Welke vervoeging hoort NIET bij het werkwoord SER?
A
es
B
están
C
soy
D
son

Slide 18 - Quiz

Tú......(estar) en España.
A
estoy
B
está
C
estamos
D
estás

Slide 19 - Quiz

Vervoeg het werkwoord (estar)

Nosotros _______ (estar) en Madrid.
A
estoy
B
estamos
C
estan
D
estais

Slide 20 - Quiz

Frases Clave E
Kennen en kunnen toepassen. 
(vragen schriftelijk kunnen beantwoorden)
Iemand de weg kunnen wijzen

Slide 21 - Diapositive

Es todo recto/ a la izquierda/ a la derecha
No, está cerca
no esta enfrente del cine
sí hay dos centros comerciales en esta ciudad
sí me gusta./ no, no me gusta.
sí, sí quieres
Busco el instituto. ¿Dónde está?kst
¿Esta lejos?
¿Está al lado del cine?
¿Hay un centro comercial en esta ciudad?
¿Te gusta ir de compras?
¿Vamos a ir al centro juntos?

Slide 22 - Question de remorquage

Bron H TB pág 23

Slide 23 - Diapositive

¿Qué?  p. 41 'La visita de Mateo' ejercicio 22 y 23
¿Cómo? individualmente
¿Tiempo? 15 min
¿Meta?  practicar con la comprensión lectora  + vocabulario
¿Listo? neem door de woordenlijst
                
¡A trabajar!
timer
15:00

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Groepen
Groep 1: Begint met de D-toets 
Groep 2: Neemt zelfstandig 15 min (laptop + boek) om te leren en dan beginnen met de D-toets
Groep 3: Krijgt extra hulp (uitleg) van docent

Klaar met de oefentoets? Leren --> kijk in studiewijzer

Slide 27 - Diapositive

D- (oefen) toets
Wb pág 57-59
1. Escuchar (digital)
2. Leer 
3. Gramática (alleen 3a)
4. Vocabulario

Niet in het werkboek
5. SER & Frases clave 


Slide 28 - Diapositive

D-toets antwoorden
Ejercicio 1a
1, 2, 4
Ejercicio 1b
1 b
2 a
3 a
Ejercicio 2
1 winkelen
2 een bakker, twee supermarkten, een bioscoop, veel kledingwinkels.
3 Hij moet linksaf lopen en dan rechtdoor.
4 tegenover de supermarkt.
5 voor het winkelcentrum.



Ejercicio 3a
1 está
2 están
3 estamos
4 estoy
5 estás
6 estáis


Ejercicio 4a
1 la vecina
2 al lado
3 centro comercial
4 enamorado
5 trabaja
6 calle
Ejercicio 4b
1 cerca
2 el centro comercial
3 un kilo
4 Enfrente de
5 amiga


Slide 29 - Diapositive

Evaluatie les, Schrijf dit puntsgewijs op, zelfde manier als hoe de vraag staat. (onder elkaar met cijfer ervoor)

1. Noem één ding dat je makkelijk vond in deze les
2. Noem één ding dat je moeilijk vond.
3. Noem één ding dat je leuk/ interessant vond

Slide 30 - Question ouverte

Ik denk dat ik de toets zo ga maken volgende week
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

Welk realistisch cijfer wil jij gaan halen voor de toets van H2?
010

Slide 32 - Sondage

¿Qué vamos a hacer hoy?
semana 50
  • Bienvenida - 10 min
  • Toets - 60 min 
        extra tijd 6 min

Regels:
  • Mag niet naar de wc = zelfs als je klaar bent
  • Niet op de toets schrijven
  • Niet met potlood schrijven

Klaar?
  • Boek lezen of leren

timer
1:00:00

Slide 33 - Diapositive