Matchingsbeginsel

Herhaling..
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhaling..

Slide 1 - Diapositive

Je betaalt het telefoonabonnement vooruit.
A
Kosten
B
Uitgaven
C
Kosten en uitgaven

Slide 2 - Quiz

Je betaalt een crediteur
A
Kosten
B
Uitgaven
C
Kosten en uitgaven

Slide 3 - Quiz

Nieuwe lening verstrekt door de bank, gelden zijn binnengekomen op bankrekening

A
Ontvangst
B
Opbrengst
C
Beide

Slide 4 - Quiz

Welke ontvangsten zijn geen opbrengsten?
A
Debiteuren die betalen
B
Contante verkopen
C
Verkopen op rekening
D
Ontvangen huurbetalingen

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
Je kunt kosten verwerken op de winst en verliesrekening op basis van een direct verband van deze kosten met de opbrengsten.

Opgave 25.10

Slide 6 - Diapositive

25.3 Het matchingbeginsel 
Kosten die direct een direct verband houden met opbrengsten worden verwerkt in de resultatenrekening op het moment dat de opbrengst gerealiseerd wordt. 

  • Voorbeelden?
  • Inkoopwaarde van de omzet 
  • Afschrijvingskosten

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld inkoopwaarde van de omzet 
In oktober koopt An voor € 100.000 de voorjaarscollectie voor haar winkel in. 

  • Wat gebeurt er op de balans in oktober? 
  • Wat gebeurt er op winst-en-verliesrekening in oktober? 
  • Wanneer gebeurt er wel wat op de winst-en-verliesrekening? 


Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld inkoopwaarde van de omzet 
In oktober koopt An voor € 100.000 de voorjaarscollectie voor haar winkel in.
  • Door de inkoop van de voorraad neemt aan de DEBETZIJDE de post voorraden toe en de post Bank af
  • Op de W&V verandert niks door de verkoop : er zijn geen kosten en geen opbrengsten gemaakt
  • er gebeurt pas wat op de W&V bij een verkoop van de voorraad
 

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld inkoopwaarde van de omzet 
Ann verkoopt in november voorraad met een verkoopwaarde (omzet) van 400.000 euro. De inkoopwaarde bedraagt 75% van de verkoopwaarde (omzet). D.w.z. de brutowinst bedraagt 25% van de verkoopwaarde (omzet). Wat gebeurt er op winst-en-verliesrekening in november? 

Slide 10 - Diapositive

Inkoopwaarde van de omzet
Er wordt een opbrengst van 400.000 in de W&V opgenomen
En een inkoopwaarde van de omzet van 300.000 in de W&V opgenomen. Dit is het MATCHINGPRINCIPE: Kosten die direct een direct verband houden met opbrengsten worden verwerkt in de resultatenrekening op het moment dat de opbrengst gerealiseerd wordt. 

Slide 11 - Diapositive