1.4 De ligging van Teheran Les 1

Planning
Startvraag
Uitleg
Nakijken
Afsluiting
Lesdoel:
Je kan verklaren waarom het kouder wordt hoe hoger je komt.
Je kan de vijf hoogtegordels herkennen en beschrijven.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning
Startvraag
Uitleg
Nakijken
Afsluiting
Lesdoel:
Je kan verklaren waarom het kouder wordt hoe hoger je komt.
Je kan de vijf hoogtegordels herkennen en beschrijven.

Slide 1 - Diapositive

Startvraag
  • Beantwoordt de vraag samen met je buur.
  • Overleg op fluistertoon
  • Schrijf jullie antwoord in je schrift.

  • Als je een berg opklimt, wordt het dan warmer of kouder?
  • Klaar? Bonusvraag!
  • Waarom hebben bergbeklimmers zuurstofflessen nodig?
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

Hoogteligging
  • = Hoogte in meters vanaf de zeespiegel.
  • 1000 m omhoog is gemiddeld 6°C kouder.
  • Dus: Hoe hoger je komt, des te kouder het wordt.

Slide 3 - Diapositive

Hoogtegordels
  • = Grens van plantengroei.
  • Hoe kouder het wordt, des te minder planten er groeien.

Slide 4 - Diapositive

Loofboomgordel
  • Loof- en naaldbomen.
  • Zomer: Gemiddeld boven 10°C.
  • Winter: Gemiddeld niet onder -3°C.

Slide 5 - Diapositive

Naaldboomgordel
  • Alleen maar naaldbomen.
  • Zomer: gemiddeld minstens 10°C.

Slide 6 - Diapositive

Alpenweiden
  • Grassen en lage struiken.
  • Boven de boomgrens.
  • Zomer: Gemiddeld onder 10°C.

Slide 7 - Diapositive

Rotsgordel
  • Boven de 2500m wordt het te koud.
  • Hier groeien geen planten.

Slide 8 - Diapositive

Eeuwige sneeuw
  • Sneeuw die altijd blijft liggen.
  • Top van de berg.

Slide 9 - Diapositive

Reliëf
  • Hoogteverschillen in het landschap.

Slide 10 - Diapositive

Laagland
  • 0 - 200 m.

Slide 11 - Diapositive

Heuvelland
  • 200 - 500 m.

Slide 12 - Diapositive

Middelgebergte
  • 500 – 1500 m.

Slide 13 - Diapositive

Hooggebergte
  • Vanaf 1500 m.

Slide 14 - Diapositive

Vlaktes
  • Laagvlakte: weinig reliëf en een hoogteligging lager dan 500m.

Slide 15 - Diapositive

Vlaktes
  • Hoogvlakte/plateau: Gebied met weinig reliëf hoogteligging boven 500m.

Slide 16 - Diapositive

Absolute afstand
  • Afstand gemeten in een rechte lijn
  • Hemelsbreed
  • Verandert nooit!

Slide 17 - Diapositive

Relatieve afstand
  • afstand in tijd
  • afstand in kosten
  • verschilt per persoon
  • verschilt per vervoermiddel
  • verschilt per route

Bekijk de kaarten met de route van Groningen naar Maastricht: dezelfde route en toch een groot tijdsverschil. Welk vervoermiddel is gebruikt bij deze route?

Slide 18 - Diapositive

Nakijken
WB blz 12 en 13
Opdr 1, 2 en 9

Slide 19 - Diapositive

Wat is de tweede hoogtegordel vanaf het dal?
A
Loofbomen
B
Rotsgordel
C
Alpenweide
D
Naaldbomen

Slide 20 - Quiz

Welke hoogtegordel begint vanaf 2.500m?
A
Loofbomen
B
Rotsgordel
C
Alpenweide
D
Naaldbomen

Slide 21 - Quiz

Wat is een hoogtegordel?
A
Een gebied met een bepaalde plantengroei
B
Een gebied met een bepaalde temperatuur
C
Een gebied met een bepaalde hoogte
D
Een gebied met een bepaalde bebouwing

Slide 22 - Quiz

De absolute afstand is de afstand in
A
tijd
B
kilometers (hemelsbreed)
C
Percentages
D
kilo's

Slide 23 - Quiz

Hemelsbreed betekent:
A
Gemeten in een kromme lijn
B
Gemeten langs de weg
C
Gemeten in uren en minuten
D
Gemeten in een rechte lijn

Slide 24 - Quiz

De relatieve afstand is de afstand uitgedrukt in
A
Percentages
B
Kilometers
C
Tijd en moeite
D
Verschillen

Slide 25 - Quiz

De relatieve afstand:
A
Is voor iedereen anders
B
Is voor iedereen hetzelfde
C
Kan niet veranderen
D
Is altijd hemelsbreed

Slide 26 - Quiz

Een nieuwe snelweg tussen twee steden zorgt voor een andere
A
absolute afstand
B
relatieve afstand
C
beide veranderen

Slide 27 - Quiz

Welke reliëf vormen heeft Nederland?
A
heuvelland en laagland
B
middelgebergte, heuvelland en laagland
C
alleen laagland
D
heuvelland en middelgebergte

Slide 28 - Quiz

Welke reliëf-vorm zie je hier?
A
Laagland
B
Heuvelland
C
Middelgebergte
D
Hooggebergte

Slide 29 - Quiz