Test prep unit 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welcome 3L! 

New York City

- Welcome

- future will vs going to

- Must,have to,should

-some vs. any

- Can, could, to be able, to be allowed

Today's plan

to be going to + hele werkwoord

- Bij een plan/besluit wat al langer vast staat

We are going to do our unit 3 exam tomorrow

-Bij een voorspelling op basis van een concrete aanwijzing. Iets wat je al ziet of weet

vb : It is going to rain today I can see the clouds 

(+)(-)(?)

(+) am/is/are + to be going to + hele werkwoord

It is 8:15! I am going to be late for school

(-) am not/is not/ are not + to be going to + hele werkwoord

Dad is not going to be work today.

(?) Am/is/are vooraan de zin 

Are you going to help him prepare for the exam?

will/shall (+)

- Bij een wens of voorspelling zonder concrete aanwijzing will+ hele werkwoord of 'll + hele werkwoord

vb:  We'll win the spelling contest!

- Bij een voorstel/aanbod/besluit op het moment van spreken

vb: I will/I'll do great on my test.

(-)(?)

(-) won't + hele werkwoord

vb: I hope he won't tell the teacher about it. 

(?)

Will of shall aan het begin van de zin

vb: Will you help me look for my book?

shall I open the door for you?

Are you going to.

He isn't going to

it will

I will

Will you

Watch out! You ............................................................yourself. (voorspelling met bewijs)

Will hurt

Hurt

Am going to hurt

are going to hurt

Will hurts

Voorspelling met bewijs

Geplande afspraak

Voorspelling zonder bewijs

plan zonder afspraak

Tomorrow I think it will rain.

Look at the dark clouds, it is going to rain.

Oh, you dropped your pen. I will pick it up. 

Will

To be going to

I am going to meet her at 2 o'clock tomorrow.

Will

To be going to

Moet Echt Heel Nodig

Moet Neutraal

Zou Eigenijk Moeten

have to

must

should

Have to, must, should

- make sentences about what people must do or be if they want to be successful in a particular job

-

Stock clerk
(vakkenvuller)

Judge (rechter)

Electrician

Olympic Athlete

SOME

ANY 

Gebruik je bij: 

- Bevestigende zinnen;

- Vragen waarbij je verwacht dat het antwoord "ja" is;

- Als het een aanbod of verzoek is.

Gebruik je bij: 

- Ontkennende / Negatieve zinnen;

- Alle andere vraagzinnen.

Let op woorden zoals,

without, hardly, never

could

to be able to

can

to be allowed to

Versterk jezelf

Homework