390 C meten van gewicht

Rekenen
Ik kan een voorbeeld noemen van iets dat in gram en iets dat in kilogram uit te drukken is.  
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Rekenen
Ik kan een voorbeeld noemen van iets dat in gram en iets dat in kilogram uit te drukken is.  

Slide 1 - Diapositive

GRAM
1000 g = 1 kg
afkorting = g
doosje aardbeien
kruiden en specerijen
vleeswaren
keukenweegschaal
groente
gewichtjes 

Slide 2 - Diapositive

KILOGRAM
1000 g = 1 kg
afkorting = kg
zak appels
personen
vlees
personenweegschaal
gewichtheffen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

We gaan nu oefenen
- wegen van producten
- gram (g) of kilogram (kg)

Slide 6 - Diapositive

Jullie
Geef in tweetallen antwoord op de volgende quizvragen. Vertel elkaar waarom je voor dit antwoord kiest. 

Slide 7 - Diapositive

Wat is de afkorting van kilogram?
A
kilo
B
gram
C
g
D
kg

Slide 8 - Quiz

Hoeveel gram is een kilogram?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 9 - Quiz

Hoeveel kilogram is 1000 gram?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 10 - Quiz

Hoeveel weegt dit ongeveer?
A
1 kg
B
1 g
C
250 g
D
250 kg

Slide 11 - Quiz

Wat is zwaarder?
A
zak appels
B
pak melk

Slide 12 - Quiz

Wat weegt 1 kg?
A
1,5 liter cola
B
pak suiker
C
koffiepads
D
zak chips

Slide 13 - Quiz

Jij
Schrijf je antwoord op het wisbordje

Slide 14 - Diapositive

Hoeveel weegt ongeveer
een kind van 8 jaar?
A
10 kg
B
30 kg
C
60 kg
D
80 kg

Slide 15 - Quiz

Hoeveel zou deze auto wegen?
A
1200 kg
B
120 g
C
12000 kg
D
1200 g

Slide 16 - Quiz

Zet de voorwerpen op volgorde
van licht naar zwaar.
A
Tablet, reep, puntenslijper
B
Puntenslijper, tablet, reep
C
Puntenslijper, reep, tablet
D
Reep, puntenslijper, tablet

Slide 17 - Quiz

Zet de voorwerpen op volgorde van zwaar naar licht.
A
fiets, spacescooter, laptop
B
laptop, spacescooter, fiets
C
fiets, laptop, spacescooter
D
spacescooter, fiets, laptop

Slide 18 - Quiz

Gooi de dobbelsteen!
Wat was het doel?                                                                     Wat was het doel?

Hoe ging het samenwerken?                                               Hoeveel gram is een kg?

Wat vond je moeilijk?                                                                Wat lukte goed?

Slide 19 - Diapositive