rangtelwoorden


Kapitel 14 'Verliebt'

7-6-2018

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon


Kapitel 14 'Verliebt'

7-6-2018

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning:


- Rückblick

- Hausaufgaben kontrollieren ( Aufg. 10 b/c)

- Sprechfertigkeit üben ( 10c)

- die Ordinalzahlen ( = rangtelwoorden)

- Aufg.  15 und 16

- Evaluation




Slide 2 - Diapositive

Lernziele:


- ihr könnt das Gespräch, aus Aufg. 10 c, auf Deutsch mit einander führen.

- ihr könnt mir sagen wie man die Ordinalzahlen auf Deutsch bilden muss

- ihr könnt die Ordinalzahlen bilden und richtig in Sätzen anwenden.


Slide 3 - Diapositive

Rückblick


Was haben wir gemacht die vorige Unterrichtstunde?

Slide 4 - Diapositive

Hausaufgaben


kontrolliert jetzt sebstständig Aufg. 10 b/c

----> Antwortblatt

* verbessert euere Fehler mit einem roten Kugelschreiber


Fertig?


- Arbeitet selbstständig weiter --> zie studiewijzer

Slide 5 - Diapositive

Aufg. 10 c


- Ihr werdet jetzt zu zweit dieses Gespräch mit einander üben. ( 4Mal).

* ihr solltet jede Rolle zwei Mal erfüllt haben.


- Präsentation des Gesprächs

* ihr notiert alle einen Vebesserungspunkt und einen Pluspunkt!

- Auswechslung der Verbesserungs und Pluspunkte.


Slide 6 - Diapositive

die Ordinalzahlen = de rangtelwoorden


Wat zijn rangtelwoorden?


Kun je voorbeelden noemen in het Nederlands?

Slide 7 - Diapositive

Wie bildet man die Ordinalzahlen?

( hoe maakt men de rangtelwoorden?)


1 t/m 19   ---> telwoord + te

 Bijvoorbeeld:

negende = neunte

dertiende = dreizehnte


20 t/m ..... ---> telwoord + ste

Bijvoorbeeld:

vierentwintigste = vierundzwanzigste

dertigste = dreißigste

Slide 8 - Diapositive

Uitzondering


eerste = erste


derde = dritte


zevende = siebte


achtste = achte

Slide 9 - Diapositive

Let op:

1. Als er sprake is van een datum, dan zet je een punt achter het getal.

Bijvoorbeeld: Ich komme am 7. Juni zu Besuch.


2. in een zin wordt het rangtelwoord vaak als bijvoeglijk naamwoord gebruikt.

In dat geval moet je de uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord achter het rangtelwoord plakken. ( uitgangen 'sleutel'/ 'bett')


Bijvoorbeeld: Wir befinden uns im dritten Stock ( 3. Stock).  

Er hat ein zweites Kind bekommen.  (de e van de uitgang -es valt weg omdat het rangtelwoord al op een -e eindigt)

                          



Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Rangtelwoorden kunnen ook zelfstandig gebruikt worden.


Dan moet je de Rangtelwoorden met een hoofdletter schrijven.

Bijvoorbeeld:

Katja ist die Zweite von links.

Ich bin Dritter geworden beim Fußballspiel. *



Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Je kunt van rangtelwoorden ook breuken maken.

(Breuken zijn onzijdige zelfstandige naamwoorden.)


Hoe maak je ze?


rangtelwoord + l

Bijvoorbeeld: 3/4 = drei Viertel

                          1/100 = ein Hundertstel


Let op: de helft = die Hälfte!!!

Slide 14 - Diapositive

Aufg. 15 + 16


Macht jetzt die Aufgaben 15 und 16.


Fertig?


- kontrolliert selbstständig diese Aufgaben.

Viele Fehler -->

1.bestudiert noch einmal euere Notizen und Seite 82 TB.

2. Macht jetzt die extra Übungen.



Slide 15 - Diapositive

Evaluation


Noteer nu de volgende rangtelwoorden voluit in het Duits  in je schrift:

1e

7e

19e

33e

100e


Vul in:

Ich gehe am _______________ ( 13e ) April in die Schule.

Er wurde ______________ ( 5e) .


Slide 16 - Diapositive