Les 4.0 CVA

CVA
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

CVA

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

  • Benoemen wat een CVA is
  • De symptomen van een CVA benoemen
  • Uitleggen hoe de diagnostiek en behandeling van CVA verloopt
  • Zorg dragen voor een zorgvrager met een CVA omdat je de verpleegkundige interventies kent
  • Complicaties/gevolgen van een CVA benoemen

Slide 2 - Diapositive

Deze les: 
  • Werking hersenen 
  • Wat is een CVA?
  • Wat zijn de oorzaken van een CVA?
  • Wat zijn de risicofactoren?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Phineas  Gage
https://nl.wikipedia.org/wiki/Phineas_Gage

Slide 5 - Diapositive

De letters CVA betekenen
A
cerebro viraal attack
B
cerebro viraal accident
C
cerebro vasculair attack
D
cerebro vasculair accident

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

1. Meneer van Diepen heeft een Rechtszijdige verlamming. In welk deel van de hersenen heeft het CVA plaatsgevonden?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Herseninfarcten zijn in te delen in twee soorten:

Trombo-embolisch:

Een trombo-embolie is de afsluiting van een deel van de slagaderlijke circulatie door een bloedprop (trombus) die is losgeschoten uit een ander deel van de circulatie, en die is vast komen te zitten in een slagader. 

Slide 11 - Diapositive

Een TIA (= Transiënte ischemische aanval)
  • Tijdelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen door een bloedprop
  • geen blijvende afsluiting, stolsel lost vanzelf op
  • kortdurende uitvalsverschijnselen max 24uur
  • Waarschuwing!!!!

Slide 12 - Diapositive

Een CVA is een Cerebro Vasculair Accident. Met vasculair wordt bloedvaten bedoeld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Welk antwoord is goed?
Bij een cva
A
kan een bloedvaatje geknapt zijn
B
heeft de cliënt een trombosebeen
C
kan er een tekort aan dopamine zijn
D
heeft de cliënt problemen met de longen

Slide 14 - Quiz

Oorzaak van een CVA kan zijn
A
Een scheur in een bloedvat in de hersenen
B
Een te hoge lichaamstemperatuur
C
Een te hoge hartslag
D
Plaques in bloedvaten

Slide 15 - Quiz

Het belangrijkste verschil tussen een TIA en een CVA is....
A
Bij een TIA zijn de verschijnselen tijdelijk en verdwijnen binnen 24 uur
B
Bij een TIA komt geen krachtsverlies in de armen voor.
C
Bij een TIA is onderzoek in het ziekenhuis niet noodzakelijk
D
Bij een TIA zie je geen slikklachten bij de patiënt

Slide 16 - Quiz

Oorzaken infarct/tia
  • Vernauwing halsslagaders; in vernauwing ontstaat stolsel die doorschiet naar hersenen
  • vernauwing kleine bloedvaten
  •  stolsel vanuit het hart: kan ontstaan door hartproblemen bijv boezemfibrilleren, ontsteking of kunsthartklep
  • Zuurstoftekort; zeldzaam maar kan ontstaan na hartinfarct
  • Trombose; zeldzaam, sinustrombose --> trombose in hersenvaten

Slide 17 - Diapositive

Oorzaken hersenbloeding
  • Langdurig hoge bloeddruk
  • Aandoening vaatwanden 
  • verminderde elasticiteit vaten
  • Aneurysma; zwakke plek slagader, wand is dunner waardoor uitstulping ontstaat
  • Trauma van buitenaf zoals klap op het hoofd door ongeval of geweld

Slide 18 - Diapositive

Wat is een risicofactor voor een CVA?
A
Diabetes
B
Hoge bloeddruk
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande

Slide 19 - Quiz

Welke van deze symptomen is NIET typisch voor een CVA/TIA?
A
hoofdpijn
B
verlamming
C
evenwichtsstoornis
D
misselijkheid

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

JUIST
ONJUIST
Een beroerte wordt ook wel CVA genoemd
Bij een beroerte zijn er plotseling uitvalsverschijnselen
Een herseninfarct is het gevolg van een lek in een hersenbloedvat

Slide 26 - Question de remorquage

Welke van de volgende vragen dien je in ieder geval te stellen bij de verdenking op een CVA?
Heeft de patiënt;
A
Een licht gevoel in het hoofd?
B
Het gevoel of er iets knapte in het hoofd?
C
Last van spraakstoornissen?

Slide 27 - Quiz

De lesstof over CVA heb ik begrepen
0100

Slide 28 - Sondage

Test test test
Expercollege; datzaljeleren.nl
Pathologie niveau 3
Beroerte
Onderdeel algemene informatie
Duur ± 20min


Slide 29 - Diapositive

Volgende les
Diagnostiek en behandeling van CVA
Complicaties/gevolgen van CVA

Slide 30 - Diapositive