mavo 2 - 40.2

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

bei Deutsch

mavo 2

erste Periode 

40. Woche

Heute:

Oefentoets zelf maken

Duolingo / skribbl

Wat betekent dit?

Wie geht's?

Mir geht's gut! 

Ziel

je weet wat er in de toets zit

je weet waar je dat kan leren

Maak voor je buurman/vrouw

een toets

zoals jouw toets van volgende week

toets

A. woordjes vertalen NL - DE

B. woordjes vertalen DE - NL

C. zinnetjes vertalen / Redemittel

D. persoonlijke voornaamwoorden vertalen

E. werkwoord vervoegen

F. getallen vertalen

G. lidwoorden vertalen

H. vraagwoorden vertalen

I. hoofdletters aangeven in zinnen

J. Schrijfopdracht m.b.v. woordjes en zinnetje die je moest leren

mijn

jouw

zijn/haar

ons

jullie

hun/uw

meine

deine

seine / ihre

unsere

euer / eure

ihre / Ihre

DEUTSCH

NEDERLANDS

Deutsch

Nederlands

Sleep een Duits én een Nederlands lidwoord naar de goede categorie.

mannelijk

vrouwelijk

onzijdig

meervoud

der

die

das

die

de

de

het

de

der Apfel

die Gitarre

das Buch

die Bücher

mein Apfel

meine Gitarre

mein Buch

meine Bücher

mannelijk

vrouwelijk            +e

onzijdig

meervoud            +e

Sleep de Duitse lidwoorden naar de juiste categorie.

voorbeeld:

meine

deine

voorbeeld:

mein

dein

met extra 'e'

zonder extra 'e'

mannelijk

der

vrouwelijk

die

onzijdig

das

meervoud

die

sleep de woorden naar de zin waar ze in passen

Denk aan de -e

Ich habe ...... Gitarre

Das ist ...... Vater

deine

unsere

seine

mein

unser

ihr

Let op

1 = ein / eine / eins       ein Buch / eine Gitarre / Nummer eins

sechs, maar sechzehn

sieben, maar siebzehn

dreißig als enige met een ß

welk 17 is correct?

1. siebenzehn
2. siebszehn
3. siebzehn
4. seibzhen

welk 30 is correct?

1. dreizig
2. dreiszig
3. dreitzig
4. dreißig

Zelfstandig Naamwoord

mens, dier, ding

er kan ''de het of een'' voor

in het Duits met een HOOFDLETTER

Moet dit in het Duits met een hoofdletter?
auto

1. ja
2. nee
3. weet ik niet
4. wat is een auto?

Moet dit in het Duits met een hoofdletter?
lopen

1. ja
2. nee
3. weet ik niet
4. ik zit liever

Moet dit in het Duits met een hoofdletter?
adres

1. ja
2. nee
3. weet ik niet
4. zeg ik niet

vraagwoorden

übersetze ins Deutsche
waar

1. wer
2. wo
3. wann
4. wie

übersetze ins Deutsche
wie

1. wer
2. wo
3. hoe
4. wie

übersetze ins Deutsche
hoe

1. wer
2. wo
3. hoe
4. wie

hoe gaat het?

Wie geht's?

Mir geht's gut! 

vertaal naar het Nederlands:
auch

vertaal naar het Nederlands:
der Fluss

vertaal naar het Duits:
de vader

vertaal naar het Duits:
lui

vertaal naar het Duits:
ik speel (spielen)

vertaal naar het Duits:
jullie werken (arbeiten)

vertaal naar het Duits:
jij praat (reden)

vertaal naar het Duits:
jij heet (heißen)

Wählt!

klein groepje skribbl.io
in het duits! 

of / oder

Duolingo

der nächste Unterricht

Laptop, lader, (boek) mee

lernen (zie studiewijzer)

Ziel

je weet wat er in de toets zit

je weet waar je dat kan leren

das Ende

Ben je goed voorbereid op het proefwerk?

wat vond je van mijn les? Wat vond je van jouw antwoorden?

Wat vond je van mij? Wat vond je van jezelf?