MODETH les 3 Mimische spieren & Aangezichtsschedel

MODTH MIMISCHE SPIEREN & AANGEZICHTSSCHEDEL
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 135 min

Introduction

Eerste les van de module harsen gezicht en lichaam.

Instructions

De student gaat veel zelfstandig de lesstof herhalen.

Éléments de cette leçon

MODTH MIMISCHE SPIEREN & AANGEZICHTSSCHEDEL

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

   Les 3 
MIMISCHE SPIEREN & AANGEZICHTSSCHEDEL
                             
                              Module 5 Gezichtsmassage 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • De student kent de spierbevestiging.
  • De student kent de spiervormen, -functies en spierwerking.
  • De student kent de spieren uit de spieren uit de decolleté en hals.
  • De student kent de huidaandoeningen veroorzaakt door micro-organismen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
Herhalen beenderen
Spierbevestiging
Spiervormen
Spierwerking
Spierfunctie
Spieren decolleté & hals
Huidaandoeningen door M.O.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling beenderen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de functies
van je schedel?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies schedel 
  • Beschermingvan de hersenen en evenwichtsorgaan
  • Bescherming en ondersteuning van neus, mond, keel en luchtpijp
  • Bepaalt vorm van het hoofd
  • Aanhechtingsplaatsen voor spieren 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Botten in je schedel zijn
A
naadverbindingen
B
vergroeiingen
C
kraakbeen
D
gewricht

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het binnenste van het bot?
A
compact botweefsel
B
sponsachtig botweefsel
C
beenvlies

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je de 'breuken/lijnen'
op je schedel?
A
Schedelnaden
B
Schedelbreuken
C
Schedelverbindingen
D
Schedelbruggen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spieren 
Spieren liggen direct onder de huid. Een gezichtsmassage heeft invloed op de spieren. Jij ziet jouw cliënten graag gezond en ontspannen de salon verlaten. Kennis over spieren is helpt je om een massage op een verantwoorde manier uit te voeren.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spierbevestiging 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Spierbevestiging
Een skeletspier heeft altijd een:
  • Oorsprong = origo
  • Aanhechting = Insertio 
  • Spierbuik



Slide 14 - Diapositive

Het begin van een spier noem je de spieroorsprong of origo. Deze zit vaak aan een bot dat je niet kunt bewegen. Het einde van een spier noem je de spieraanhechting of insertio. Deze zit aan een meer beweeglijk bot. Een spier is vaak weinig tot niet beweeglijk op de plek van de oorsprong en aanhechting. Deze plaatsen bestaan namelijk uit vast bindweefsel: de pezen.
Spier opbouw
De spierbuik is dat deel van de spier dat bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel en kan samentrekken (contraheren). 
De spierbuik  bestaat uit spierbundels. Elke spierbundel bestaat uit spiervezels en elke spiervezel bestaat weer uit myofibrillen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je het begin van een spier?
A
Oorsprong (origo)
B
Aanhechting (insertio)
C
Contractie
D
Spierinnervatie

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spiervormen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spiervormen
Indeling naar:
Aantal spierhoofden
Aantal spierbuiken
Aantal pezen
Vorm

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aantal spierhoofden
Aantal oorsprongsplaatsen (origo)
  • Eenhoofdige spieren: één oorsprongsplaats.
  • Meerhoofdige spieren: twee of meer oorsprongsplaatsen.



Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aantal spierbuiken
Dikste gedeelte van de spier (elastisch)

  • Eenbuikige spieren
  • Meerbuikige spieren
Peesstroken kunnen de spierbuiken scheiden.


Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aantal pezen
Aantal aanhechtingsplaatsen (insertio)

  • Eenpezige spieren: één aanhechtingplaats
  • Meerpezige spieren: meerdere, van elkaar gescheiden aanhechtingplaatsen


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spiervorm
  • Waaiervormige spier           bv grote borstspier
  • Kringspier                                 bv oogkringspier
  • Platte spier
      bv voorhoofdspier



Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spierfuncties

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Spierprikkeling
Prikkeling van een spier = innervatie
Via motorisch eindplaatje
Prikkelen tot contractie (spierverbetering in de salon):
  • Elektrisch
  • Chemisch
  • Mechanisch
  • Thermisch


Slide 25 - Diapositive

signaal vanuit de hersenen
signaal gaat via zenuwbanen
Hersenen bepalen of je spier aanspant of ontspant
Spieren zijn altijd verbonden met een zenuw
Innervatie = het overbrengen van een prikkel van een zenuw naar een spier
Elektrisch -> elektro kinesie
Chemisch = biochemische prikkeling bij massage (aanmaak acetylcholine) SS kan het lichaam aanzetten tot het aanmaak van chemische stoffen die op hun beurt weer de spieropbouw aanzetten. bv met hoogfrequentie apparaat, soft laser / botox juist voor ontspanning spieren
Mechanisch = massage
Thermisch = met warmte bv infrarood

Volgorde 
Grote hersenen → zenuwuitloper → ruggenmerg
Motorische zenuwcel → motorische eindplaat

Slide 26 - Diapositive

signaal vanuit de hersenen
signaal gaat via zenuwbanen
Hersenen bepalen of je spier aanspant of ontspant
Spierinnervatie
Twee hersenzenuwen innerveren mimische spieren (sturen aan):
  • Drielingzenuw
Onderste tak is motorisch en prikkelt spieren
Kan aangezichtspijn veroorzaken
  • Aangezichtszenuw
Kan aangezichtsverlamming veroorzaken

Slide 27 - Diapositive

Er zijn 12 hersen zenuwen, twee daarvan prikkelen de mimische spieren.
Drieling zenuw -> 5e hersenzenuw (nervus trigeminus)
Aangezichtspijn door ontsteking of breuk van de schedelbasis.
Kenmerkend: vlijmscherpe pijnscheuten. Kan plotseling optreden en stoppen
Aangezichtszenuw -> 7e hersenzenuw (nervus facilis)
Door langdurig kou of flinke oorontsteking (dan kan verlamming blijvend zijn)

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Spierwerking

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spieren werken altijd samen
arm buigspier (m. Biceps)
Arm strek spier (m. Triceps)

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antagonisten
Spieren die elkaars werking tegengaan

Contractie biceps -> korter/dikker -> arm buigt
de triceps is ontspannen (langer/dunner)

Contractie triceps -> korter/dikker ->arm strekt

Slide 31 - Diapositive

tweebuikige onderkaak, deze opent de mond. 
Synergisten
Spieren die elkaars werking ondersteunen


Bv: slaapkauwspier en wangkauwspier sluiten beiden de onderkaak

Slide 32 - Diapositive

slaapkauwspier en wangkauwspier sluiten beiden de onderkaak

tweebuikige onderkaak, deze opent de mond = antagonist


Spieren decolleté & hals

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Brede halsspier
Oorsprong:
  • Sleutelbeen
  • 2de rib
  • Schoudertop
Aanhechting:
  • Kaakrand
  • Wangen
Werking:
  • Trekt halshuid omhoog
  • Mondhoeken omlaag
  • Horizontale rimpels in hals



Slide 34 - Diapositive

Platysma
Achterhoofdsspier

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Borstbeen – sleutelbeen - tepelspier
Oorsprong:
  • Borstbeen
  • Sleutelbeen
A: Slaapbeen
Werking:
  • Hoofd naar voren
  • Hoofd opzij
  • Hulpspier inademing



Slide 36 - Diapositive

Musculus sternocleidomastoideus
Twee hoofdige spier, 2 oorsprongplaatsen (borstebeen en sleutelbeen)

Tweebuikige onderkaakspier
O: Slaapbeen
A: Onderkaak
W: Opent onderkaak
Antagonist: slaapkauwspier en wangkauwspier


Slide 37 - Diapositive

Musculus diagstricus

Huidaandoeningen door micro-organismen

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hordeolum
strontje

  • Bacteriële huidaandoening
  • Ontsteking v/d smeerklieren v/d oogharen

Slide 39 - Diapositive

Etterige ontsteking van de smeerklieren van de oogharen.
Meestal door stafylococcen.

Cheilitis
lipontsteking
  • Bacteriële huidaandoening
  • Ontsteking van het lipslijmvlies met zwelling en opengesprongen lippen.
  • Allergische reactie op o.a. tandpasta en lipsticks (vanwege de helrode kleurstof)

Slide 40 - Diapositive

Een lipontsteking kan ontstaan als gevolg van een allergische reactie op bijv. tandpasta of lipstick.
Hierdoor zwellen de lippen en kunnen ze openspringen.

Angulus infectiosus
Mondhoekontsteking
  • Kloofjes, vlekjes en korstjes aan de mondhoek
  • Bij kinderen bacteriën
  • Bij volwassenen schimmels

Slide 41 - Diapositive

Bij deze aandoening zie je kloofjes, vlekjes en korstjes aan de mondhoeken.

Herpes labialis koortslip
  • Virale huidaandoening 
  • Kiss of death -> baby’s
  • Voorkomen door: 
goede weerstand, voeding, beweging, nachtrust en SPF 30 tegen UV stralen

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vond je het leukst vandaag?
Kahoot
Mindmap
Zoek de paren
Padlet
Woordzoeker
Instragram
Whiteboard
menti meter

Slide 43 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heb je de les ervaren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 44 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat moet niet meer terugkomen?
Kahoot
Mindmap
Zoek de paren
Padlet
Woordzoeker
Instragram
Whiteboard
menti meter
Hou deze variatie!!!

Slide 45 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions