week 9 les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Lezen

Wat gaan we doen?

- Leerdoel bekijken

- Startopdracht maken (2,5 minuut)

- Uitleg over instructies (5 minuten)

- Vraag 1 t/m 3 samen maken (15 minuten)

- Vragen nakijken (5 minuten)

- Afsluiter 

Leerdoel

Je kan een instructie lezen/ bekijken en uitvoeren.

Startopdracht

Antwoorden startopdracht

1.  4

2. Nee, want je leest van links naar rechts en de instructie start dan met de laatste afbeelding.

of: Nee, de plaatjes staan niet in de juiste volgorde. Het eerste en derde plaatje moeten worden gewisseld.

3. 1= steek  2= trek  3 = plaats   4= duw

4. Ik zou bij stap 1 meer uitleg willen krijgen. Deze stap is nu te onduidelijk.

of: Een tip dat je ook een paperclip kunt gebruikten om de houder uit de telefoon te halen.

Uitleg

In een instructie wordt stap voor stap uitgelegd hoe je iets moet doen. Daarbij laat de spreker ook vaak zien hoe je iets moet doen. Bijvoorbeeld: een coach legt een beweging uit tijdens een sporttraining en doet het voor, een verkoper vertelt hoe een apparaat werkt of een docent legt een opdracht uit. Je herkent instructies vaak aan doe-woorden. Bijvoorbeeld:

Verplaats eerst je gewicht naar links.

Druk daarna op het rode knopje.

Uitleg + filmpje

Zo kijk en luister je naar een instructie

Let goed op de spreker: wat zegt hij? Laat hij ook iets zien?

Let op doe-woorden.

Let op signaalwoorden die de volgorde van de stappen aangeven, zoals eerst, daarna en vervolgens.

Stel een vraag als je iets niet begrijpt of een stukje hebt gemist.

Opdracht 1 

- Lees de vragen. 

- Bekijk het fragment.

-Beantwoord de vragen.

Opdracht 2 

- Lees de vragen.

- Bekijk deel 1 van de instructie.

- Beantwoord de vragen 1,2 en 3.

Opdracht 2 vervolg

- Lees de vragen.

- Bekijk het tweede deel van de instructie.

- Beantwoord vraag 4 t/m 7.

Opdracht 3 

- Lees eerst de vragen.

- Bekijk de instructie.

- Beantwoord vraag 1 , 2 en 3 

Opdracht 3 vervolg

- Lees eerst de vragen.

- Bekijk het fragment nog een keer. 

- Beantwoord vraag 4 t/m 7 

Antwoorden opdracht 1 

1. Een hartje vouwen van geld.

2. Moet, vouw, druk, draai (om), doe, ga.

3. dan, eerst

4. .Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Nee, alles is duidelijk

of: Ja, ik heb een vraag. Kun je alle formaten briefgeld in een hartje vouwen?

5.Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Wanneer je geld voor een verjaardag wil geven.

Antwoorden opdracht 2 

1.  B - D - F - E - C - A

2. Download, installeer, open, toets, selecteer, lees, accepteer, betaal.

3.Ja, bijvoorbeeld:

- na (het lezen van de voorwaarden)

- (bepaal) vervolgens (uw viercijferige pincode)

Antwoorden opdracht 2 

4.

1. Doe het scherm aan.

2. Houd de telefoon (kort) tegen de betaalautomaat. (afhankelijk van de automaat tegen de boven- of zijkant)

3. Kijk op de automaat of de betaling gelukt is.

5. Er komt een groen vinkje in beeld; er staat 'betaling akkoord' en je hoort drie piepjes.

Antwoorden opdracht 2 

6.  B

7. Nee, want je moet de telefoon nog tegen de betaalautomaat houden.

Antwoorden opdracht 3 

1. Vervolgens, eerst, zodra, daarna.

2. 

1. Keer je wetsuit om.

2. Stap als eerste met je voeten en benen in het wetsuit.

3. Trek het wetsuit verder aan met de rits op je rug.

4. Sluit de rits.

Antwoorden opdracht 3 

3. 

Bij de balie als je je inschrijft.

of: Bij het halen van je wetsuit.

of:

Bij de baandraaier voordat je het water ingaat.

Antwoorden bij opdracht 3 

4. De tijden staan op je polsbandje dat je kreeg bij de balie.

5. Je hebt je wetsuit niet eerst omgedraaid, of je hebt het wetsuit niet met de rits op je rug aangetrokken.

6. Je hebt het board niet nat gemaakt.

7. Als je aan de beurt bent.

Afsluiter