Herhalingsles begrippen & jaartallen H2

De Nederlandse Opstand
1568-1648
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De Nederlandse Opstand
1568-1648

Slide 1 - Diapositive

Welkom!
Mobiel in de telefoontas.
Device op tafel. 
De rest dichthouden!

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen begrippen + jaartallen --> oefenen voor het SO.
Zijn we voor tijd klaar? Dan gaan jullie elkaar overhoren.
Succes!

Slide 3 - Diapositive

Hoe heet het tijdvak dat wij nu behandelen?
A
Tijd van Ketters en hervormers
B
Tijd van Steden en Staten
C
Tijd van Pruiken en Revoluties
D
Tijd van ontdekkers en Hervormers

Slide 4 - Quiz

Welke jaartallen horen bij dit tijdvak?
A
1500-1600
B
1600-1700
C
1650-1750
D
1568-1648

Slide 5 - Quiz

Centralisatie is...
A
Het ontstaan van steden
B
Ontdekken van nieuwe landen
C
Het land besturen vanuit één punt
D
Het één maken van een land door vlaggen en symbolen.

Slide 6 - Quiz

Centralisatie
Particularisme
Het streven naar zoveel mogelijk zelfbestuur
Plakkaten die gelden voor alle Nederlanden
Een gerechtshof dat beslist over alle Nederlanden

Regeren vanuit Brussel
Het behouden van privileges
Alles bij het oude laten

Slide 7 - Question de remorquage

Welke jaartallen horen er bij de 80-Jarige oorlog?
A
1548-1628
B
1568-1648
C
1578-1658

Slide 8 - Quiz

Erasmus
Karel V
Maarten Luther
Welke tekst hoort bij welk persoon?
Renaissance
Reformatie
Denker
Doener
Denken vanuit de bijbel
Vrije wil 
keizer, landheer
streng katholiek
Paus bepaalt 
Beslisser
Katholiek
protestant

Slide 9 - Question de remorquage

Erasmus
Luther
Calvijn
Strenge hervormer
In de ban gedaan door
de Paus
Humanisme
Nederland
Frankrijk
Duitsland
95 stellingen
Blijft in Katholieke kerk
Kritiek op aflaten
Veel aanhangers in de Nederlanden
Protestanten
Gelovigen moeten Bijbel zelf kunnen lezen

Slide 10 - Question de remorquage

Voordelen van een centraal bestuur voor Filips II
Ambtenaren waren niet meer nodig. 
De adel in de Nederlanden zou meer macht krijgen. 
Filips II zou beter met de adel kunnen samenwerken.
Filips II zou beter met de adel kunnen samenwerken.
Filips II zou meer macht krijgen. 
Overal zouden dezelfde regels gelden.

Slide 11 - Question de remorquage

Margaretha van Parma was de ...
A
Landvoogdes
B
stadhouder
C
Prinses van Spanje
D
Koningin

Slide 12 - Quiz

Noem drie oorzaken van de Opstand en 1 aanleiding.

Slide 13 - Question ouverte

Bekijk deze afbeelding

Slide 14 - Diapositive

Welk begrip past bij de vorige afbeelding?

Slide 15 - Question ouverte

Leg uit waarom dat begrip erbij hoort.

Slide 16 - Question ouverte

Bekijk deze afbeelding

Slide 17 - Diapositive

Welk begrip hoort er bij deze afbeelding?

Slide 18 - Question ouverte

Leg uit waarom dit begrip erbij hoort.

Slide 19 - Question ouverte

Waardoor ontstond in de Nederlanden grote onrust?
A
Doordat de protestanten de Katholieke kerk te rijk vonden en dat ze zich niet aan de Bijbel hielden.
B
De adel en de bevolking waren tegen de centralisatie van Karel en tegen de wrede vervolging van de protestanten.
C
Er waren te veel ketters in de Nederlanden. Dat zorgde voor onrust.
D
De Staten-Generaal vond dat de stadhouder te veel privileges kreeg.

Slide 20 - Quiz

Welk begrip hoort bij deze beschrijving:
Belasting, ingesteld door Alva.

Slide 21 - Question ouverte

Zet het begrip bij de juiste beschrijving
Tekst
Plakkaat
Watergeuzen
Aflaat
Gewest
Wet
Bewijs voor het wegschelden van zonden
Protestantse opstandelingen
Gebied in NL met eigen bestuur

Slide 22 - Question de remorquage

Zet de gebeurtenissen bij het juiste jaartal.
Bloedplakkaat
Inname Den Briel
Filips II wordt koning van Spanje
Beeldenstorm
Alva arriveert in de Nederlanden
Armada zinkt
1550
1567
1566
1588
1572
1555

Slide 23 - Question de remorquage