H4 30-01-2025

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Bonjour tout le monde

Les buts: 

Na het voltooien van deze LessonUp: 

• Weet je welke ontkenningen er zijn in het Frans
• Weet je welke bijzonderheden er zijn. 

La négation (1)

Regel: de ontkenning bestaat in het Frans altijd uit twee woorden. 

Ne/n' komt voor de persoonsvorm, pas erachter.

De persoonsvorm is bijna altijd het eerste werkwoord in de zin. 

La négation, la base (2)

Er zijn meerdere ontkenningen die je kunt maken: 

Je ne le sais pas.

Je ne sais rien.

Je ne fume jamais.

Je ne fume plus. 

Je ne connais personne ici. 

Je ne connais aucun de ces mots.

niet	ne...pas
niets	ne...rien
nooit	ne...jamais
niet meer	ne...plus
niemand	ne...personne
geen enkel(e)	ne...aucun(e)

La négation, la base (3)

Er zijn meerdere ontkenningen die je kunt maken: 

Je ne connais pas du tout ces mots. 

Je ne connais pas non plus ces mots. 

Je ne connais pas encore ces mots. 

Je ne vois plus jamais cette fille. 

Je ne connais que ce mot en français.

helemaal niet	ne...pas du tout
ook niet	ne...pas non plus
nog niet	ne...pas encore
nooit meer	ne...plus jamais
alleen maar	ne...que

La négation et les verbes pronominaux

Soms is de persoonsvorm een wederkerend werkwoord.
se laver = wederkerend werkwoord

Je me lave = Ik was me             Je ne me lave pas = Ik was me niet 

Het wederkerend voornaamwoord komt dan tussen de ontkenning in, samen met de persoonsvorm. 

Personne

Soms is 'niemand' het onderwerp. In dat geval vertaal je dat als 'personne ne...'

Niemand weet dat ik Repelsteeltje heet. 

Personne ne sait que je m'appelle Repelsteeltje. 

Maar let op! Als 'niemand' lijdend voorwerp is, krijg je ....

Ik zie niemand.

Je ne vois personne. 

Rien

Soms is 'niets' het onderwerp. In dat geval vertaal je dat als 'rien ne...'

Niets is moeilijk.

Rien n'est difficile. 

Maar let op! Als 'niets' lijdend voorwerp is, krijg je ....

Ik zie niets.

Je ne vois rien. 

ne ... rien

ne ... plus

ne ... jamais

ne ... pas encore

ne ... personne

nog niet

niet meer

niets

nooit

niemand

Wat is de plaats van de ontkenning

1. om het werkwoord
2. voor het werkwoord
3. om de persoonsvorm
4. achter het werkwoord

Elle n'est ___ contente.
Zij is nooit tevreden.

1. plus
2. pas encore
3. rien
4. jamais

Je n'ai ____ vu. (niets)

1. plus
2. pas encore
3. rien
4. jamais

Maak ontkennend.
C'est vrai.

1. C'est vrai ne pas
2. Ne c'est pas vrai
3. Ce n'est pas vrai
4. Ce ne pas est vrai

Maak de zin ontkennend:
Il voit quelqu'un

1. Il voit quelqu'un personne
2. Il ne voit personne quelqu'un
3. Il ne voit personne
4. Il ne voit pas personne

Grandes Lignes

LIVRE B P. 11-12

Lis Grammaire

Fais exercice 9,10abc,5

ONLINE:

Boîte à Gram

La négation