Het oog

Meedoen met LessonUp?
Ga naar lessonup.app

Vervolgens voer je de code in (deze staat links onderin beeld)
Gebruik je eigen naam!

Je doet nu mee met de les via LessonUp!
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Meedoen met LessonUp?
Ga naar lessonup.app

Vervolgens voer je de code in (deze staat links onderin beeld)
Gebruik je eigen naam!

Je doet nu mee met de les via LessonUp!

Slide 1 - Diapositive

Het oog

Slide 2 - Diapositive

Welke organismen kunnen waarnemen?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacterien

Slide 3 - Quiz

Huid
Bevat meer zintuigen:
  • warmte
  • koude
  • tast
  • pijn

Elk zintuig is gevoelig voor 1 soort prikkel!

Slide 4 - Diapositive

3.1 Zintuigen en prikkels
  • Zintuig= een orgaan om prikkels op te vangen en om te zetten in een impuls 

  • Impulsen = zijn elektrische signalen

  • Prikkel = invloed uit de omgeving bv licht en geluid 

Slide 5 - Diapositive

Soorten zenuwen
  • Gevoelszenuwen (draad tussen je zintuig en je hersenen) 

  • Bewegingszenuwen (draad tussen je hersenen en je spieren) 

Slide 6 - Diapositive

Waarmee kun je oortjes van je telefoon vergelijken?
A
Met een gevoelszenuw
B
Met een bewegingszenuw

Slide 7 - Quiz

Wat is het verschil tussen een impuls en prikkel?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is een prikkel voor je oren?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Lesdoelen
  • Je leert hoe je ogen zijn gebouwd.
  • Je leert hoe je kleuren kan zien.
  • Je leert hoe je (genoeg) licht in je ogen krijgt.

Slide 11 - Diapositive

Het oog

Slide 12 - Carte mentale

Buitenkant oog
  • Oogwit
  • Iris
  • Pupil

Slide 13 - Diapositive

Waar wordt traanvocht gemaakt?
A
Traankanaaltje
B
Traanzakje
C
Traanklier
D
Traanbuisje

Slide 14 - Quiz

Welke delen beschermen je ogen tegen stof en zweet?
A
Wenkbrauwen en oogleden met wimpers
B
Wenkbrauwen en het oogwit
C
Oogleden met wimpers en het oogwit
D
Traanbuis en traanklier

Slide 15 - Quiz

Binnenkant oog
  1. Harde oogvlies
    Hoornvlies
  2. Vaatvlies
    Iris en pupil
  3. Netvlies
    Gele vlek en blinde vlek

Slide 16 - Diapositive

Blinde vlek
Pupil
Gele vlek

Slide 17 - Question de remorquage

Waarnemen
  • Licht wordt weerkaatst en licht komt je oog binnen.
  • De lens in de oog maakt een scherp beeld op het netvlies.
  • Lichtprikkels -> zintuigcellen -> impulsen
  • Impulsen gaan via de oogzenuw naar de hersenen.

Slide 18 - Diapositive

Impulsen
Lichtprikkels
Zintuigcellen

Slide 19 - Question de remorquage

Slide 20 - Diapositive

Met welke receptoren kunnen wij kleur zien?
A
Met de staafjes
B
Met de blinde vlek
C
Met de iris
D
Met de kegeltjes

Slide 21 - Quiz

Waar in het netvlies kun je de meeste kegeltjes vinden?

Slide 22 - Question ouverte

Op een heldere avond kijkt Stefan naar de sterrenhemel. Hij kijkt naar één ster. Daarna kijkt hij naar de donkere lucht vlak naast die ster. Stefan merkt dat hij de ster nu veel beter ziet. Hoe komt dat?

Slide 23 - Question ouverte

Optische illusie
Iets dat het oog 
waarneemt, dat door de
hersenen anders 
geïnterpreteerd wordt.

Slide 24 - Diapositive

0

Slide 25 - Vidéo

Genoeg licht in je oog
Pupilreflex

Spiertjes in de iris:
  • Kringspiertjes
  • lengtespiertjes 
    (straalsgewijs lopende spiertjes)

Slide 26 - Diapositive

Welke spieren zorgen ervoor dat de pupil kleiner wordt?
A
Lengtespieren
B
Kringspieren
C
Straalsgewijs lopende spieren
D
Irisspieren

Slide 27 - Quiz

Het oog

Slide 28 - Carte mentale

Hebben jullie nog vragen?

Slide 29 - Question ouverte