TK1 Shit Rule

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Welcome back, everyone!

Goals theme 1

• Learning goals chapter 1:
  
• Use words to describe looks and use numbers
  
• Understand when people talk about personal information, hobbies and family.
  
• Introduce yourself and family (Today)
  
• Write about facts and habits: I walk, he walks (grammar) TODAY
• Give personal information and describe people
  
• Use pronouns and make questions with question words

Goal for today

• I can write about my family in the present simple (tegenwoordige tijd)
  
• I know the SHIT-rule

GRAMMAR: Tegenwoordige tijd

FIND OUT THE RULE!

Listen to the song at read the lyrics...

What do you see?

You have 2 minutes, after that we will talk about it...

Grammar: P.60

* What did you notice?

Grammar: P.60

* Verbs -> Werkwoorden!

Vb: lopen, eten, rekenen, schrijven, fietsen, dansen

* Meestal staat er een persoon, dier of ding voor...

IK loop, DE HOND eet, DE REKENMACHINE rekent

Grammar: P.60

* Hoe in het Engels?

Probeer/Doe opdracht 30e. p60 

(geeft niet als het (nog) niet lukt...)

Grammar: P.61

* Hoe in het Engels? Net als in het Nederlands!

* Bij FEITEN (dingen die altijd zo zijn): 

The sun shines, I breath,  a dog barks... NOG MEER?

* Bij GEWOONTES (dingen die je altijd doet):

Daily routine: My day

Personen

I

you

he

she

it

we

you

they

Present Simple

Bij: I / you / we / they, gebruik je het hele werkwoord: walk

I walk, you walk, we walk, they walk

Present Simple

Bij: She  / He  / It -> het hele werkwoord +s -> walk+s-> walks

She walks, he walks, it walks

Dit noemen we de "SHIT" regel

Present Simple: Spelling

Lees met me mee! p 61

I catch    - > He catches

I try          - > He tries

I buy        - > He buys

HOMEWORK

LEARN: GRAMMAR 1 Present Simple p.61

Next class: Present Tense Quiz + Present tense Step 2

Aims for today

What will you learn in Theme 2

Learn how you form present tense (tegenwoordige tijd) and how to use them!

Als we het over de SHIT regel hebben, staat SHIT voor...

1. Poep
2. She hits him
3. She, He, It
4. een scheldwoord

De SHIT regel heeft te maken met werkwoorden. Wat zijn voorbeelden van werkwoorden?

1. ik, jij, hij, zij, wij, jullie, zij
2. wat, waar, wanneer
3. lopen, slapen, lachen
4. baby, studie, universiteit

Wat is de shit-regel?

1. er komt -s achter het werkwoord bij he/she/it
2. er komt -ing achter het werkwoord bij he/she/it

16. In welke zin staat een SHIT regel?

1. We love eating pizza.
2. They are into horse riding.
3. Do you walk to school every day?
4. She sings in a choir once a week.

Homework

Learn before Monday:

Vocabulary A, B and C and D

Stone 3

Grammar 3 (b) /5 (k)