2 leesvaardigheid/woordjes

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

kijk de opdracht zelf na

1. a Een filmtoerist is een toerist die een plek bezoekt omdat die plek voorkomt in een film of

televisieserie.

b Dit soort plaatsen zijn belangrijk voor fans, omdat zij een band met de plaats hebben voordat ze
er zijn geweest. De verhalen die ze opzoeken tijdens zulke reizen hebben een grote invloed gehad op hun leven. 

c Waysdorf heeft filmtoerisme onderzocht door filmlocaties te bezoeken en aldaar fans te

ondervragen en observeren.

d Niet iedereen is blij met filmtoerisme omdat bewoners van bepaalde locaties ook last kunnen

hebben van fans die langskomen. Bijvoorbeeld de bewoners van een huis uit een serie, die telkens pizzadozen op hun dak vinden

8 a Een filmtoerist is een toerist die een plek bezoekt omdat die plek voorkomt in een film of
televisieserie. 

b Dit soort plaatsen zijn belangrijk voor fans, omdat zij een band met de plaats hebben voordat ze
er zijn geweest. De verhalen die ze opzoeken tijdens zulke reizen hebben een grote invloed gehad 

op hun leven.

c Waysdorf heeft filmtoerisme onderzocht door filmlocaties te bezoeken en aldaar fans te
ondervragen en observeren. 

d Niet iedereen is blij met filmtoerisme omdat bewoners van bepaalde locaties ook last kunnen
hebben van fans die langskomen. Bijvoorbeeld de bewoners van een huis uit een serie, die telkens pizzadozen op hun dak vinden. 

e Eigen antwoord

9 a De tekst ‘Filmtoerisme’ is een informerende tekst omdat de inhoud neutraal is. Er staan vooral

feiten in, en niet veel persoonlijke meningen. Het doel van de tekst is dat de lezer iets ‘leert’, in dit

geval dat de lezer het fenomeen ‘filmtoerisme’ leert kennen.

b Eigen antwoord

c Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Informatie is aangeboden kennis die je voorheen nog niet had.

We maken samen vraag 10

decennium

adoratie

surveilleren

figurant

objectief

sleutelmoment

baldadig

omarmen

handhaving

personage

Ik weet wat een informerende tekst is en welk doel de schrijver hiermee heeft

1. ja
2. nee

Ik kan verschillende soorten en kenmerken van informerende teksten herkennen

1. ja
2. nee

Ik kan uitleggen waarom een tekst informerend is

1. ja
2. nee

Ik kan zelf een informerende tekst herschrijven tot een tekst waarvan het doel alleen informeren is

1. ja
2. nee