Lessons week 23

Homework Monday 05/06/2023
  • C Reading - Do 20C, 21, 22 & 23
  • Study B theme words: Animals & Animal body parts

Finished?
- Ask for a wedding puzzle!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Homework Monday 05/06/2023
  • C Reading - Do 20C, 21, 22 & 23
  • Study B theme words: Animals & Animal body parts

Finished?
- Ask for a wedding puzzle!

Slide 1 - Diapositive

Today's Lesson - Monday
  • Homework Check
  • Together ex. 29 
  • Explanation possessive
  • Time to practice!
  • Explanation much vs. many
  • Work independently

Slide 2 - Diapositive

Possessive: 's, ' and ... of ...

Slide 3 - Diapositive

Vaste -s! Toch?!?
Je hebt geleerd dat woorden in het meervoud ALTIJD 
een vaste -s krijgen.
boy - boys / baby - babies.

Maar toch komt er ook 's voor in het Engels!
The boy's dog was black and white.

Slide 4 - Diapositive

Uitleg
Als je wilt zeggen dat iets van iemand is, zet je meestal ‘s achter de eigenaar:
Dat is de auto van Frank. = That is Frank‘s car.
De kamer van mijn zus is een zooi. = My sister‘s room is a mess.
Het voedsel van de kat is smerig. = The cat‘s food is gross.
De vriendin van Kees is knap. = Kees‘s girlfriend is pretty.

Als de eigenaar én in het meervoud staat én al eindigt op een s, zet je alleen een ‘ achter de eigenaar:
Het huis van mijn ouders is groot. = My parents‘ house is big.
Het haar van zijn vriendin is kort. = His friends‘ hair is short.

Als je wilt zeggen dat iets van iemand is, zet je meestal ‘s achter de eigenaar:

Dat is de auto van Frank. = That is Franks car.
De kamer van mijn zus is een zooi. = My sisters room is a mess.



Als de eigenaar én in het meervoud staat én al eindigt op een s, zet je alleen een achter de eigenaar:

Het huis van mijn ouders is groot. = My parents‘ house is big.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Let op!
  • als iets bij een ding hoort of een geografische locatie is, dan gebruik je ... of ...
   -   the roof of the school
   -   the city of Amsterdam

  •  Bij woorden van tijd gebruik je bij enkelvoud 's en bij meervoud '
- today's weather / a three weeks' holiday

Slide 7 - Diapositive

Isn't this ______ book?
timer
0:20
A
Peter
B
Peter's
C
Peters'
D
Peters

Slide 8 - Quiz

They are painting the ____ room this week.
timer
0:20
A
Children's
B
Childrens
C
Childrens'
D
Children

Slide 9 - Quiz

_____ trousers can be found on the top floor.
timer
0:20
A
Men
B
Mens
C
Men's
D
Mens'

Slide 10 - Quiz

4. Did you read ______ newspaper?
timer
0:20
A
yesterday
B
yesterdays
C
yesterdays'
D
yesterday's

Slide 11 - Quiz

7. My ________ house is pretty far away.
timer
0:20
A
grandparents's
B
grandparentss
C
grandparents'
D
grandparents

Slide 12 - Quiz

Which is correct?
timer
0:20
A
England's capital
B
The capital of England

Slide 13 - Quiz

Tip: dit is de juiste knop voor de ' op een chromebook
Druk hem 1x in, gebruik dan een spatie en voila. :) 

Slide 14 - Diapositive

Maak de juiste possessive met:
girls - band

Slide 15 - Question ouverte

Maak de juiste possessive met:
Jamy - laptop

Slide 16 - Question ouverte

Possessive: (women - clothing) is expensive.

Slide 17 - Question ouverte

The possessive :
Lisa - pen

Slide 18 - Question ouverte

Possessive: vertaal in het Engels.
Het zwaard van Charles.



Slide 19 - Question ouverte

Much and many
What do these words mean?
Much + many betekenen beide 'veel'
Much gebruik je als je het woord dat erna komt NIET kan tellen.
Many gebruik je als je het woord dat erna komt WEL kan tellen.

Slide 20 - Diapositive

Het gaat erom of je het woord kan tellen!

Slide 21 - Diapositive

Welke woorden hieronder kan je tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Grapefruit
B
Knowledge
C
Water
D
Bottle

Slide 22 - Quiz

Welke woorden hieronder kan je niet tellen?
Er zijn er twee goed!
A
Money
B
Sand
C
Dollar
D
Face mask

Slide 23 - Quiz

Waar wordt 'veel bloemen' juist vertaald?
A
Much flowers
B
Many flowers

Slide 24 - Quiz

Waar wordt 'veel water' juist vertaald?
A
Much water
B
Many water

Slide 25 - Quiz

Waar wordt 'veel plezier' juist vertaald?
A
Much fun
B
Many fun

Slide 26 - Quiz

Waar wordt 'veel honden' juist vertaald?
A
Much dogs
B
Many dogs

Slide 27 - Quiz

Homework Monday 12/05/2023
  • E Writing & Grammar - Do ex. 30 t/m33
  • Study: vocabulary C (p. 96)

Slide 28 - Diapositive