D- toets: tarea 1 (5-1)

Reageer op de volgende vragen over: 

"Ik ken de dagdelen en dagelijkse activiteiten"
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Reageer op de volgende vragen over: 

"Ik ken de dagdelen en dagelijkse activiteiten"

Slide 1 - Diapositive

¿Qué significa "ducharse"?
A
ontbijten
B
avondeten
C
uitgaan met vrienden
D
zich douchen

Slide 2 - Quiz

¿Qué significa "vestirse"?
A
estudiar
B
levantarse
C
Afspreken met
D
zich aankleden

Slide 3 - Quiz

¿Qué significa "hacer deporte"?
A
sporten
B
huiswerk maken
C
het eten
D
middageten

Slide 4 - Quiz

Reageer op de volgende zin:
¿Haces los deberes todos los días?

Slide 5 - Question ouverte

Reageer op de volgende zin:
¿Dónde comes: en casa, en el instituto?

Slide 6 - Question ouverte

Reageer op de volgende vragen over: 

"Ik ken de klok"

Slide 7 - Diapositive

¿Qué hora es?
8:00
Schrijf getallen voluit!

Slide 8 - Question ouverte

¿Qué hora es?
6:05
Schrijf getallen voluit!

Slide 9 - Question ouverte

¿Qué hora es?
5:20
Schrijf getallen voluit!

Slide 10 - Question ouverte

¿Qué hora es?
03:15
Schrijf getallen voluit!

Slide 11 - Question ouverte

¿Qué hora es?
22:30
Schrijf getallen voluit!

Slide 12 - Question ouverte

¿Qué hora es?
19:25
Schrijf getallen voluit!

Slide 13 - Question ouverte

¿Qué hora es?
12:50
Schrijf getallen voluit!

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Ik studeer om 8 uur 's avonds.

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
Juan ontbijt om half 7 's ochtends.

Slide 16 - Question ouverte

Reageer:
¿A qué hora estudias?
Benoem tijd en dagdeel!

Slide 17 - Question ouverte

Reageer op de volgende vragen over: 

"De werkwoorden met een klinkerwisseling e-i, e-ie, o-ue"

Slide 18 - Diapositive

Vul het ontbrekende werkwoord in:

Mañana _____(empezar, tu) el curso de español.

Slide 19 - Question ouverte

Vul het ontbrekende werkwoord in:

Carlos y yo ____(poder) hablar bien español.

Slide 20 - Question ouverte

Vul het ontbrekende werkwoord in:

Hoy mi padre__________(volver) de su trabajo a las cinco.

Slide 21 - Question ouverte

Vul het ontbrekende werkwoord in:

Ahora yo _______(entender) la gramática.

Slide 22 - Question ouverte

Vul het ontbrekende werkwoord in:

Juan y Pablo _______________(preferir) café.

Slide 23 - Question ouverte

Kies en vervoeg het juiste werkwoord:
dormir / encontrar / poder.

Por la noche hago la cama y __________muchas horas.


Slide 24 - Question ouverte

Kies en vervoeg het juiste werkwoord:
querer/ volver/ entender.

Tengo hambre. Yo__________patatas fritas.


Slide 25 - Question ouverte