FORMATIEVE TOETS H1 elektriciteit

Welkom bij natuurkunde 
Wij gaan een 10 oefenvragen maken voor Hst1 Elektriciteit 
Benodigdheden: 
rekenmachine, pen en papier/schrift
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij natuurkunde 
Wij gaan een 10 oefenvragen maken voor Hst1 Elektriciteit 
Benodigdheden: 
rekenmachine, pen en papier/schrift

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

§A1.1: Elektrische energie opwekken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenvraag #1
Een boormachine wordt op het lichtnet aangesloten. Er loopt een stroom van 5 A doorheen. 

Wat is het vermogen van de boormachine?
(noteer de gehele berekening en formule)

Slide 3 - Diapositive

P = U×I=230×5=1150 W
Een boormachine wordt op het lichtnet aangesloten. Er loopt een stroom van 5 A doorheen.

Wat is het vermogen van de boormachine?
(noteer de gehele berekening en formule)

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorievraag #2
1. Hoeveel is het vermogen van 750W in kW?
2. Hoeveel seconden zitten er in een uur?

Slide 5 - Diapositive

1 kWh = 3,6 MJ


P = 1 kW, t = 1 h
1 kWh = E = P×t = 1000 W × 3600 s = 3,6 MJ
1. Hoeveel is het vermogen van 750W in kW?
2. Hoeveel seconden zitten er in een uur?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

theorievraag #3
1. Hoeveel spanning zit er op het lichtnet in Nederland?
2. Hoeveel ampère mag er door 1 groep bij een standaardhuis zekering?

Slide 7 - Diapositive

Up = 120 V, Us = 230 V, Ns = 100

Up/Us = 0.52

Np/Ns = Np/100 = 0.52 --> Np = 52

1. Hoeveel spanning zit er op het lichtnet in Nederland?
2. Hoeveel ampère mag er door 1 groep bij een standaardhuis zekering?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenvraag #4
Een lamp met een vermogen van 0,1 kW brandt 1000 uur per maand. Elektrische energie kost € 0,20 per kWh. Hoeveel kost de energie die de lamp in een jaar gebruikt?

Slide 9 - Diapositive

P = 23 W
t = 1250 × 12 = 15000 h

E = P×t = 23*15000 = 345 kWh

Kosten = 0,20×345 = €69
Een lamp met een vermogen van 0,1 kW brandt 1000 uur per maand. Elektrische energie kost € 0,20 per kWh. Hoeveel kost de energie die de lamp in een jaar gebruikt?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

§1.3: Elektriciteit in huis

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorievraag #5
Welke kleuren hebben de 
1. fasedraad 
2. nuldraad en
3. schakeldraad?

Slide 12 - Diapositive

Up = 120 V, Us = 230 V, Ns = 100

Up/Us = 0.52

Np/Ns = Np/100 = 0.52 --> Np = 52

Welke kleuren hebben de
1. fasedraad
2. nuldraad en
3. schakeldraad?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenvraag #6
Bereken het vermogen van onderstaande apparaten:
  1. Een zaklamp werkt op een batterij van 1,5V; de stroomsterkte is 50mA
  2. Een elektrische kachel is op het lichtnet (230V) aangesloten; de stroomsterkte is 8A.

Slide 14 - Diapositive

Up = 120 V, Us = 230 V, Ns = 100

Up/Us = 0.52

Np/Ns = Np/100 = 0.52 --> Np = 52

Bereken het vermogen van onderstaande apparaten:
1. Een zaklamp werkt op een batterij van 1,5V; de stroomsterkte is 50mA
2. Een elektrische kachel is op het lichtnet (230V) aangesloten; de stroomsterkte is 8A.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorievraag #7
Welk instrument meet hoeveel elektrische energie er in huis wordt verbruikt?

Slide 16 - Diapositive

Up = 120 V, Us = 230 V, Ns = 100

Up/Us = 0.52

Np/Ns = Np/100 = 0.52 --> Np = 52

Welk instrument meet hoeveel elektrische energie er in huis wordt verbruikt?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

§1.4: Elektriciteit en veiligheid

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorievraag #8
Apparaten met een metalen buitenkant zoals een wasmachine of een koelkast zijn altijd geaard.

 Leg uit langs welke route de lekstroom (verliesstroom) dan wordt afgevoerd.

Slide 19 - Diapositive

Up = 120 V, Us = 230 V, Ns = 100

Up/Us = 0.52

Np/Ns = Np/100 = 0.52 --> Np = 52

Apparaten met een metalen buitenkant zoals een wasmachine of een koelkast zijn altijd geaard.

Leg uit langs welke route de lekstroom (verliesstroom) dan wordt afgevoerd.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenvraag #9
Als Jasmin haar elektrische oven aanraakt, krijgt zij een schok. Op dat moment loopt er een stroom van 8,25A door de fasedraad en een stroom van 8,20A door de nuldraad.

  1. Bereken de grootte van de lekstroom. 
  2. Leg uit of de aardlekschakelaar de stroom zal uitschakelen.

Slide 21 - Diapositive

Up = 120 V, Us = 230 V, Ns = 100

Up/Us = 0.52

Np/Ns = Np/100 = 0.52 --> Np = 52

Als Jasmin haar elektrische oven aanraakt, krijgt zij een schok. Op dat moment loopt er een stroom van 8,25A door de fasedraad en een stroom van 8,20A door de nuldraad.

1. Bereken de grootte van de lekstroom.
2. Leg uit of de aardlekschakelaar de stroom zal

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Theorievraag #10
In de keuken van de pizzeria staan drie elektrische apparaten aan: de vaatwasser, de elektrische oven en de koeling. Op het moment dat de kok ook nog een koffieapparaat aanzet, valt opeens de elektriciteit uit.
  1. Noteer twee mogelijke oorzaken voor het uitvallen van de elektriciteit.
  2. Hoe kan het dat de televisie bij de verkoopbalie niet is uitgevallen?

Slide 23 - Diapositive

Up = 120 V, Us = 230 V, Ns = 100

Up/Us = 0.52

Np/Ns = Np/100 = 0.52 --> Np = 52

In de keuken van de pizzeria staan drie elektrische apparaten aan: de vaatwasser, de elektrische oven en de koeling. Op het moment dat de kok ook nog een koffieapparaat aanzet, valt opeens de elektriciteit uit.
1. Noteer twee mogelijke oorzaken voor het uitvallen van de elektriciteit.
2. Hoe kan het dat de televisie bij de verkoopbalie niet is uitgevallen?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Tips voor het leren 

Slide 25 - Diapositive

Up = 120 V, Us = 230 V, Ns = 100

Up/Us = 0.52

Np/Ns = Np/100 = 0.52 --> Np = 52

Veel succes! 


Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions