Les 10 (2 november 2024)

Les 2 Wat doen we vandaag? 

1. Boekpresentaties

2. Herhalen Cursus 1 Meer dan lezen ( strategieën, alinea's, inleiding en slot).  

3. Nieuw onderwerp:    Thema A Reclame - §1 Lief dier, stom beest   

Maken van opdracht 1.     

4. Huiswerk voor volgende week. 

Hoe ging het met huiswerk maken?

😒🙁😐🙂😃

Hoe lang duurde het huiswerk maken ongeveer?

minder dan 1.5 uur

meer dan 1.5 uur

Fictie en non-fictie

Fictie zijn verhalen die de schrijver heeft verzonnen. 

Het doel van fictie is vaak amuseren. Daardoor kun je bijvoorbeeld even helemaal wegdromen bij een verhaal, aan het denken worden gezet of je voorstellen hoe het is om iemand anders te zijn.

Bijvoorbeeld sprookjes of science fiction.

non-fictie

Verhalen kunnen ook echt gebeurd zijn. Dat noem je non-fictie.

Het doel van non-fictie is vaak informeren. 

Bijvoorbeeld nieuwsbericht, reisverslag, 

Een biografie of autobiografie is ook non-fictie maar wordt soms aangevuld met fictieve elementen. 

Begrippen

Realistisch= fictie die 'net echt' is.

Niet-realistisch= fictie die niet waar kan zijn. 

Realistische fictie

* lijkt op de werkelijkheid

vb:

boeken van Carry Slee

Ze gaan over:

pesten

school

ziekte

niet-realistische fictie

* lijkt niet op de werkelijkheid

vb:

sprookjes

fantasy

Science fiction (toekomst) 

Beoordelingswoorden

Als je je mening wil geven over een boek of wil beschrijven hoe een boek is dan kun je beoordelingwoorden gebruiken, zoals: 

"realistisch", "spannend", "grappig", enzovoort...

Kun je zelf wat beoordelingswoorden bedenken?  

Herhaling Cursus 1 

- Strategieën

- Onderwerp en hoofdgedachte 

- Tekstdoelen en tekstsoorten

-Inleiding en slot

Leesstrategieën 

• oriënterend
• globaal
• precies
• zoekend

Woordstrategieën

• synoniem
• omschrijving
• definitie
• voorbeeld
• tegenstelling
• bekend woorddeel
• illustratie

Wat doe jij als je
een woord niet kent?
(hoe zoek je de
betekenis?)

Onderwerp en hoofdgedachte

Onderwerp:

Lees de tekst oriënterend

Geef zo kort mogelijk antwoord op de vraag: waar gaat de tekst over? -> zo vind je het onderwerp

Hoofdgedachte:

Eén zin die het belangrijkst samenvat wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.

Tekstdoelen

• amuseren
• informeren
• instrueren
• overtuigen 
• activeren

Tekstsoorten

• verhaal 
• nieuwsbericht
• medicijnbijsluiter
• recensie
• advertentie

wat is het tekstdoel van deze tekstsoort:
de spelregels van Wie-is-het?

1. amuseren
2. instrueren
3. informeren
4. activeren

Welke tekstsoort past bij dit tekstdoel:
activeren

1. de bijsluiter van een paracetamol
2. nieuwsbericht op sociaal media
3. een spannend boek
4. reclameblad van Lidl

Alinea's en kernzinnen

Alinea's:

Een aantal zinnen bij elkaar die over hetzelfde onderwerp gaan.

Kernzin:

Een zin met de belangrijkste informatie uit de alinea.

Inleiding en slot

Inleiding:

• Eerste deel van de tekst en bestaat uit 1 of meerder alinea's
• Functie: lezer nieuwsgierig maken en onderwerp duidelijk maken.

Slot:

• Laatste gedeelte van de tekst en bestaat uit 1 of meerdere alinea's 
• Conclusie van de tekst, korte samenvatting - signaalwoorden, dus en daarom of kortom, al met al  

Deelonderwerpen

• Middenstuk van de tekst
• Informatie over de tekst
• Per alinea worden de verschillende aspecten over het onderwerp besproken
• Bijv: muziek - deelonderwerpen: klassieke muziek, pop muziek, jazz muziek, enz

Oefenen met deelonderwerpen:
welke deelonderwerpen
passen bij het onderwerp:
klimaatverandering

Nieuw onderwerp

Thema A Reclame - §1 Lief dier, stom beest   

Maken van opdracht 1.     

Lesafsluiting

Huiswerk voor volgende week:  

▪ Lees in je leesboek. 

▪ Thema A §2 'Maar mensen zijn gevaarlijker'

Lees tekst 1, maak opdracht 1.1, 1.2, 1.3

Lees tekst 2, maak opdracht 2.2, 2.3, 2.5

Nb. Je hoeft dus niet de hele opdracht 1 en 2 te maken. Let daarop als je de opdrachten online maakt (want in de online taakplanning kunnen we niet aangeven dat je alleen de deelopdrachten hoeft te maken).