Kerstquiz 2024 - frans T4

• Frans
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-3

C'est bientôt Noël!

Kerstquiz 2024

Frans

In deze LessonUp ontdek je de woordenschat rondom de feestdagen in Frankrijk.

Wie heeft straks de meeste goede antwoorden?

Eind december, kun je de volgende woorden veel horen in Frankrijk. Waar gaan ze om?

chanter

le sapin de Noël

faire la fête

les cadeaux

la carte de voeux 

les feux d'artifice

Regarde la vidéo et réponds aux questions

00:31

Wat is het meest bijzonder in "Strasbourg"?

1. er hangen veel decoraties op winkels en huizen.
2. iedereen draagt een Kerst kledingitem.
3. In het centrum staat er een Kerstkoor te zingen.
4. Er is een lange wachtrij om de Kerstman te ontmoeten.

01:21

Wat zijn "bredele"?

1. kleine Kerstkoekjes
2. typische Kerstkleren in de Elzas.
3. Kerstmarktstallen
4. kleine huisjes

01:39

Van wat je tot nu toe hebt gezien, wat is NIET verkocht op de Kerstmarkt?

1. knuffeldieren
2. bretzels
3. Kerstman costuum
4. Kerstdecoraties

Olaf est ....

1. un renne
2. un sapin
3. un bonhomme de neige
4. une carotte

Est-ce que tout le monde fête Noël?

Niet iedereen viert Kerstmis, voor verschillende redenen. 

Daar leer je meer over in de volgende videoclip uit de website "1jour1actu" (waar Franse kinderen vragen kunnen stellen en uitleg krijgen over allerlei elementen van de samenleving).

00:36

wat wordt NIET gezegd over het vieren van Kerst?

1. Kerst wordt niet gevierd voor religieuze of culturele redenen.
2. Landen onder de evenaar vieren Kerst in de zomer.
3. Het is één van de meest gevierde feesten op de planeet.
4. Mensen die niet christelijk of niet gelovig zijn kunnen zich niet herkennen in de kerstviering.

00:44

De meerderheid die Kerst viert vindt het vooral leuk om...

1. op vakantie te gaan.
2. cadeau's te ontvangen.
3. een bijzondere maaltijd te eten.
4. een familie reünie te hebben.

01:06

Welk land viert sinds kort nu Kerst ook al hoort dit niet bij de cultuur?

Wat is het Franse woord voor 'kerstboom'?

1. noël
2. boule de neige
3. père
4. sapin

Wat betekent 'le vent'?

1. wind
2. regen
3. winter
4. sneeuw